Home Piet' s Big City Piets Big City week 34

Piets Big City week 34

0

Moi Piet. Gefeliciteerd hè met dien medaille. Mooi man. Je hebt het verdiend. Altijd leuk zo’n reactie. De man wenst mij geluk met het krijgen van de erepenning van de stad Groningen. Helaas is hij een van de weinigen. Een Turkse man feliciteert mij oprecht met het lintje. Ik zie dat hij het meent. Prachtig! Hé mien jong, van harte. Een voluptueuze dame op een elektrisch fiets in de Oosterstraat. Met de erepenning vraag ik hoopvol. Penning? Nee, met dien pensioen. En dan is er nog die andere groep. Verreweg de grootste en de ergste. Kiek, doar zit hij ook. Verveelst die al? Het zit er op hè. Pensioentrekker. Niks meer te doen zeker? Het is toch wat. De man in korte broek met spierwitte benen was mij op het terras van de ijssalon van Fiorin al gepasseerd. Samen met zijn vrouw. Vanachter mijn cappuccino had ik het duo gespot. De man mij ook, want hij komt terug om me op cynische toon te wijzen op het feit dat mijn werk bij RTV Noord tot het verleden behoort. Puur leedvermaak. Teruggekomen bij zijn eega weet ik al wat hij tegen haar gaat zeggen. Iets van dat ik dit toch maar mooi in mijn zak kan steken en dat ik het helemaal niet fijn vind wat hij mij heeft toegeroepen. De man heeft gelijk. En hij is niet de enige. Dagelijks word ik vele malen geconfronteerd met mijn pensioengerechtigde leeftijd. Kiek, doar zit Van Diek’n. Toch even vragen hoe hij de dag door komt in zijn eigen stad. Daarom moet ik toch maar burgemeester worden. Op alle lijsten sta ik weer hoog genoteerd. Veel Stadjers menen het echt. Wie weet er nou meer van Grunn dan Piet? Niemand toch. Hij kent elke boom en elke lantaarnpaal. Ze groeten hem zelfs. Zou ik het kunnen? Ik vraag het aan interim-burgervader Ruud Vreeman, die een meer dan goede kennis van mij is geworden. Volgens Ruud krijg ik het zwaar. Heel zwaar. De officiële plichtplegingen zijn mij op het lijf geschreven, maar het college voorzitten, Ruud denkt dat het moeilijk wordt. Voor mij had Ruud gewoon mogen blijven zitten. En anders moet Dig Istha het maar doen. Ik mis Dig. Ging altijd bloedworst met hem eten bij de WEEVA. En daarna nam Dig kalfslever. Ik draadjesvlees. Voorlopig heb ik het vooral zwaar met het niet meer kunnen uitoefenen van mijn hobby, de radio. Elke werkdag 7 minuten de Straat op voor Radio Noord. Ruim 15 jaar praten met voorbijgangers over een actueel onderwerp. Uitgerekend heb ik ongeveer 3500 bijdragen gemaakt. Nu word ik wakker en hoef ik niks. Moeilijk te verteren. Ik mis de radio, mijn favoriete medium. Straks is het weer vrijdag de dertiende. Ongeluksdag. Steevast ging het hierover. Meneer, mag ik u wat vragen? Durft u de Straat wel op? Dit jaar dus geen Ongeluksdagen in de Straat. Doodzonde.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in