VEENDAM – Voetbal in Veendam, althans op een behoorlijk niveau, leek na de ondergang van SC Veendam dood en begraven. Maar zie, zoals Ede Staal al zingend vaststelde, het is nog nooit zo donker west of het wordt altied wel weer licht. Ook op de Langeleegte, het meest afschrikwekkende voetbalstadion van Nederland. In de Parkstad is er weer enige voetbaleuforie voelbaar, nadat twee geelzwarte culthelden uit het nabije verleden, zich hebben gemeld bij Veendam 1894. De moederclub van de ter ziele gegane bvo (betaald voetbalorganisatie) begroette Angelo Cijntje en Marnix Kolder. Zij zijn meteen de nieuwe boegbeelden van ‘1894’, dat ook jarenlang anoniem acteerde in het amateurvoetbal.
Dat is nu in één klap anders geworden. Veendam 1894, dat ook nog doelman Hendrik Snijders van de Asser hoofdklasser ACV zag overkomen, gaat als titelfavoriet nummer één aan de competitie in de derde klasse B van het zondagvoetbal beginnen. Ook voor de nieuwe trainer Roelof Rutgers is er een compleet nieuwe plaatje ontstaan. Alsof Sinterklaas een zomers rondje door Veendam had gemaakt, zo werd hij verrast. De Vriezenaar, manager zwembaden van de gemeente Tynaarlo, dacht, toen hij zijn handtekening onder het contract zette, dat hij in zee ging met een modale derde klasser.
“Ja en nu worden wij gezien als voornaamste kampioenskandidaat. Dat is even andere koek. Niet dat ik daar voor wegloop, hoor! Zeker niet. Hoe je het ook wendt of keert, we staan er met de komst van Cijntje en Kolder opeens heel anders op. Dat geldt trouwens ook voor mezelf. Met deze jongens heb er ik twee ideale verlengstukken bij in het veld. Niet alleen tijdens de wedstrijden, ook bij de trainingen en zelfs buiten het veld.”
Rutgers verwijst naar de onderlinge verhoudingen in zijn selectie, die een nieuwe pikorde heeft gekregen. “Die is nu duidelijk. Dat gaf in voorgaande jaren, heb ik gehoord, wel eens problemen. Sommige jongens vertoonden haantjesgedrag. Met Cijntje en Kolder er bij is dat verdwenen. Niet dat ze zich daar nadrukkelijk op voorstaan, maar ze laten zich al wel gelden in de groep. Zij zetten nu de toon. Ook als het gaat om sociale aspecten. Het zijn geen twee oud-profs, die zich verheven voelen boven de andere. Nee, ze zijn lekker positief bezig. Met hun coaching zorgen ze voor rust in het spel en wordt er ook beter op de organisatie gelet,” heeft Rutgers tot zijn grote tevredenheid vastgesteld tijdens de eerste oefenwedstrijd tegen Alteveer.
Die pot greep Marnix Kolder, de laatste jaar nog waardevol bij FC Emmen, gelijk aan om zijn eerste goals voor Veendam 1894 te maken. Drie zelfs. Maar daarmee was hij overigens geen topscorer. Die eer eist een andere nieuwkomer op, de van Bareveld overgekomen Daniel Kröder. Hij trof vier keer de roos in deze met 7-1 gewonnen wedstrijd. Rutgers: “Kröder speelde als diepste spits, Kolder daar onder. Op die manier heeft hij coachend ook een goede rol. En ja, Cijntje stoomde als vanouds over de rechter flank naar voren. Hij is fysiek nog altijd top.”
In Veendam wordt met spanning en zeker ook vol verwachtingen naar de recente ontwikkelingen bij ‘1894’ gekeken. Zeker door de diehards die nog altijd treuren om het verlies van hun geliefde profclub. Rutgers kan ze niets beloven, maar merkt al wel een omslag bij zijn nieuwe werkgever. “Er wordt nu weer meer toekomstgericht gewerkt. Er wordt weer naar boven gekeken. Dat wordt door de komst van Cijntje en Kolder alleen maar versterkt. Het mooie is dat ze geheel uit eigen initiatief weer terug zijn op de Langeleegte. Er was voor beiden veel belangstelling en bij de meeste van die clubs konden ze ook nog wat euro’s meepakken. Maar ze hebben bewust gekozen voor Veendam 1894, ze hebben aan hun profcarrière hier een goed gevoel overgehouden. Op basis daarvan willen ze in hun nadagen 1894 aan betere tijden helpen.”
Angelo Cijntje heeft ook een andere oud-gediende van de profclub, Erwin Buurmeijer, nog gevraagd om dit ‘revivalproject’ mee van de grond te trekken. De middenvelder met zijn begaafde traptechniek voelde zich gevleid, wilde ook graag, maar heeft op medisch advies vriend Cijntje nee moeten verkopen. Buurmeijer: “Afgelopen seizoen heb ik, toen ik bij PJC speelde, mijn kniebanden gescheurd. De daarop volgende operatie is geslaagd, maar de behandelende arts vond het niet verstandig nog weer in competitieverband te gaan voetballen. Als je dan de dertig bent gepasseerd, ga je wel twee keer nadenken.”
Mochten Cijntje en Kolder de boel op de Langeleegte weer een beetje aan de praat krijgen, dan is het echter niet uitgesloten dat Veendam 1894 weer hot wordt als voetbalclub. Vooral ook omdat het over twee jaar in het dan gerenoveerde stadion gaat spelen. Lukt het Rutgers de eerste (kampioens)stap te zetten, dan is er zelfs weer perspectief richting top van de geherstructureerde voetbalpiramide. Wellicht wordt ooit de weer in het leven geroepen tweede divisie nog eens een haalbare kaart. Een doelstelling die in een plaats als Veendam, waar zo’n 35.000 mensen wonen en maar één voetbalclub is gesetteld, toch niet als een mission impossible moeten worden beschouwd.
Met dat vergezicht houdt Roelof Rutgers zich niet bezig. Zijn voornaamste zorg is dat Veendam 1894 komend seizoen haar favorietenrol naar behoren invult. “Dat zal zeker niet van een leien dakje gaan. De naam Veendam herinnert nog altijd aan betaald voetbal, helemaal nu Cijntje en Kolder er bij zijn gekomen. Tegenstanders gaan zich automatisch extra instellen om ons te verslaan. Wij moeten ons op onze beurt daartegen zien te wapenen. Je kunt je wel in een underdogpositie proberen te manoeuvreren, maar dan kom je wel heel ongeloofwaardig over. Nee, we zien wel waar dit schip strandt. Tot dusver ziet het er in elk geval goed uit.”
Door: Dick Heuvelman