9125 dagen geluk, diepe rouw, verdriet, opluchting, woede, teleurstelling, afscheid nemen en welkom heten: 25 jaar Martini Ziekenhuis Groningen
GRONINGEN – Het Groninger Martini Ziekenhuis. Een huwelijk tussen het oude Diaconessenhuis en het Rooms-Katholieke hospitaal dat ondertussen al 25 jaar standhoudt. Het ziekenhuis in ‘stad’ dat landelijk bekend staat om haar expertise in de behandeling van brandwonden, verreweg de meeste borstkankerpatiënten per jaar van de regio behandelt en waar in 25 jaar meer dan 50.000 baby’s geboren zijn. En o ja, om z’n vriendelijkheid. De liefdevolle verzorging van patiënten die er tegen wil en dank verblijven. Dát is Martini. Alle reden voor een feestje. Of feestje, feestjaar is een gepaster woord. Het ziekenhuis aan het Van Swietenplein organiseert van alles voor haar patiënten, werknemers én zorgpartners. Maria Bueving, manager Huisvestingservices en voorzitter van de Jubileumcommissie vertelt Groot Groningen over de plannen.
Eerst even een stukje historie. Want 25 jaar is niet niks natuurlijk. Best knap ook, als je bedenkt dat de culturen van de twee ziekenhuizen tamelijk uiteen lagen. Waren bij het in 1887 opgerichte Diaconessenhuis lijntjes tamelijk kort, hoe anders was dat bij het hiërarchische Rooms Katholiek Ziekenhuis dat in 1897 een ziekenverpleging startte. ‘Hang me dat schilderijtje even op’, was bij het Diaconessen geen punt, dat hing er gewoon binnen een paar uur. Bij het RKZ moesten er allerlei figuren eerst iets van vinden. Kleinschaligheid versus hiërarchie. In het protestantse Diaconessenhuis werden de patiënten tot ver in de jaren 70 verzorgd door diaconessen, verpleegsters die zorg als liefdewe
rk zien. In het Rooms Katholiek Ziekenhuis zwaaiden ‘Zusters van Liefde’ de scepter in de ziekenzalen. Zusters van de Liefde, dát klinkt lekker. Misschien een idee om de term weer in te voeren. Het maakt een poosje bivakkeren in het hospitaal ineens een stuk minder erg toch?
Betrokkenheid is wat de twee traditionele ziekenhuizen samenbindt – hoe verschillend de sobere protestanten en de uitbundige katholieken van oorsprong ook zijn. Het vormde een belangrijke basis voor de samenwerking. In 1991 fuseerden beide ziekenhuize
n tot het Martini Ziekenhuis op twee verschillende locaties, aan de Van Ketwich Verschuurlaan en de Van Swietenlaan. Waarom? De snelle medische en technologische ontwikkelingen smeekten om samenwerking. Kennis delen en bundelen. Ruimte voor innovatie. Over de muren van het ziekenhuis heen durven kijken. Allemaal belangrijke zaken om de zorg verder te ontwikkelen. En natuurlijk is er ook het economisch aspect. Want samenwerken betekent, simpel, ook kostenbesparing. Minder bedden, meer patiënten, kortere opnameduur, méér dagverpleging en poliklinische behandelingen, zo maar even een paar trends die gaande zijn in de huidige gezondheidszorg.
De verhuizing naar een nieuw gebouw maakt in 2007 een definitief einde aan de tweedeling: de twee locaties sluiten, onder één dak gaan beide bloedgroepen verder. “Gelukkig waarderen de patiënten vooral de persoonlijke aandacht en het gevoel van kleinschaligheid van ons ziekenhuis”, vertelt Maria. “Dat blijkt ook uit de ervaringsverhalen van patiënten en medewerkers die we tot nu toe in het kader van ons jubileum hebben verzameld. En daar doen we het natuurlijk voor. Het welzijn van de patiënt en het bied
en van de beste zorg zijn hier met stip op nummer één. Behandel patiënten zoals je je eigen vader of moeder behandelt, is het uitgangspunt van onze medewerkers.”
Daar kan mevrouw Willy Kosse (82) uit Hoogkerk over meepraten. Al drie jaar is zij noodgedwongen vaste gast van het ziekenhuis aan het Van Swietenplein. Samen met haar trouwe steun en toeverlaat Kees bezoekt ze drie keer per week het Martini Niercentrum op de begane grond. Vier uur lang ligt ze aan het apparaat dat haar hele lichaam van nieuw, vers bloed voorziet. Echtgenoot Kees (83) zit liefdevol naast haar op een klapstoeltje. “Je moet wel hè? Anders is het binnen 14 dagen gebeurd”, zegt mevrouw Kosse die al met al een dag kwijt is met het hele circus, zoals ze het zelf noemt. “Zes uur staan we op, wassen, aankleden, je kent het wel. Dan is het wachten op de taxi”, vertelt Kees. “Tegen kwart voor acht zijn we hier. Dan wordt ze aangesloten. Een minuut of 20 duurt dat meestal. Vaste prik, drie keer per week vier uur lang. Ze kennen ons hier allemaal. Dat schept een band hoor. Laatst is er een patiënt van de afdeling overleden, dat vreet aan je. Maar er zijn ook leuke dingen, de buurman hier had zo’n zin in zuurkool, krijgt –ie thuis nooit. Nou, dat hebben we even met z’n tweeën thuis in elkaar geflanst. Vier kilo aardappelen geschild, twee zakken zuurkool erdoor –met de mixer, stampen is me te zwaar-, een Unox-worstje erbij en lekker veel spekkies. Dat hebben we in een bakje meegenomen naar het ziekenhuis. Hij heeft alles opgegeten, zo lekker vond -ie het. In ruil daarvoor nam hij een lekkere koek voor ons mee. En over de verpleging hier ook niets dan lof hè?”, gaat Kees Kosse verder. “Altijd vriendelijk en beleefd. Je hoeft maar met je vingers te knippen en het wordt voor je geregeld. Als de machine staat te pingelen bijvoorbeeld. Of voor een broodje kaas. Het maakt niet uit.” Nog even, en de boel wordt losgekoppeld bij mevrouw Kosse. Dan moet ze nog 20 minuten wachten omdat de verpleging er zeker van wil zijn dat de wondjes van de infuusnaalden dicht blijven zitten. Om tien over een staat de taxi voor de deur die de Kosse’s veilig naar huis rijdt. Om ze twee dagen erna weer te halen, dan begint het hele traject weer opnieuw. Maar klagen, daar doen ze niet aan. Blij dat het kán. Dat de mogelijkheden er zijn. Want zoals de Kosse’s zeggen: anders is het gauw afgelopen met de pret.
De samenvoeging van de twee ziekenhuizen blijkt een schot in de roos. Anders houd je het geen 25 jaar vol. De culturen zijn samengesmolten tot één sterke gezamenlijke visie. Het Martini is uitgegroeid tot een medisch centrum waar bijna 3000 mensen hun brood verdienen. Het mag zich zelfs een Topklinisch Opleidingsziekenhuis noemen. Het biedt hooggespecialiseerde zorg, leidt mensen op en doen wetenschappelijk onderzoek. Het biedt hooggespecialiseerde zorg, leidt mensen op en doet wetenschappelijk onderzoek. Bijvoorbeeld op het gebied van minimaal invasieve chirurgie (chirurgische ingrepen waarbij een veel kleinere snede wordt gemaakt om schade zoveel mogelijk te beperken, een kleine snede betekent immers een kleinere operatiewond en sneller herstel, red.), soms met hulp van een operatierobot bijvoorbeeld bij prostaatkankeroperaties. Het Martini in Groningen behandelt bovendien verreweg de meeste patiënten met borstkanker in Noord-Nederland. “Oncologie is dan ook één van de vijf thema’s waar het ziekenhuis in dit jubileumjaar extra aandacht aan besteedt. Net als hart- en vaatziekten, houding en beweging, moeder en kind en spoedzorg. Bijvoorbeeld op onze open dag op 19 maart, in de landelijke week van zorg en welzijn. Voor iedereen die het leuk lijkt om eens achter de schermen van een ziekenhuis te kijken. Op de OK bijvoorbeeld. Daar kom je als gewone bezoeker normaal gesproken nooit. ok heel interessant voor mensen die het leuk lijkt om in een ziekenhuis aan de slag te gaan”, tipt Bueving die overigens nog veel meer activiteiten op het programma heeft staan. Zo komt er een reeks publiekslezingen, is er een groot feest voor alle medewerkers van het ziekenhuis en staat er 1 juli een symposium op de agenda. “Voor zorginstellingen, huisartsen en thuiszorgorganisaties. Eigenlijk voor samenwerkingspartners in de breedste zin van het woord”, vertelt Bueving die ook in de ‘kunstcommissie’ van het ziekenhuis zit. Kunst is belangrijk, want het zorgt voor beleving, weet ze. En beleving is iets waar het Martini Ziekenhuis veel aandacht aan besteedt. “Daarmee bedoel ik dat we de buitenwereld naar binnen halen. We willen een sfeer creëren waar mensen zich thuis voelen. Even kunnen vergeten dat ze in een ziekenhuis zijn. Een mooi voorbeeld hiervan is het Martini Paviljoen, een ruimte waarin patiënten zich terug kunnen trekken, alleen of met familie. Een biljartje doen kan, pianospelen ook. Wie wil, kan ook via de terrasdeuren naar buiten. Het paviljoen is helemaal tot stand gekomen dankzij sponsoren, echt fantastisch.”
Wie denkt dat het Martini na het jubileum lekker achterover gaat leunen heeft het mis. Het ziekenhuis streeft continu naar verbetering. Wil de allerbeste zorg leveren. Zo wordt op dit moment hard gewerkt aan een organisatieverandering om het zorgproces nog slimmer te organiseren. Waarbij het de bedoeling is dat het zorgproces voor de patiënt efficiënter en overzichtelijker wordt en de zorgverleners meer tijd en aandacht over houden voor de patiënt.
Meer informatie over het jubileum én verhalen van patiënten zijn te vinden op: www.samenvoordebestezorg.nl
Nog even een paar cijfertjes (2014) over het Martini Ziekenhuis
- Totaal aantal polikliniekbezoeken: 389.935
- Aantal klinische opnamen: 25.746
- Gemiddelde verpleegduur in dagen 5,1
- Aantal beschikbare bedden: 581
- Totaal aantal medewerkers: 2.897
- Totaal aantal medisch specialisten: 170
Door Judith van der Heide