HOOGEZAND – De hoofdmacht van vv Hoogezand presteert momenteel wisselvallig in de tweede klasse. De jonge formatie van trainer Jan Kloetstra is desondanks ietwat opgekrabbeld en hoopt zich dit jaar te handhaven. Schaduwspits Sebastiaan Wollinga ziet perspectief bij zijn club. Volgens hem kan Hoogezand op termijn uitgroeien tot een stabiele eersteklasser.
In paniek waren ze in Hoogezand niet, maar na de zege op Roden kan het vlaggenschip toch weer even wat meer ademhalen. De ploeg heeft de aansluiting met de middenmoot weer te pakken, zonder de gevarenzone uit het oog te verliezen. “De zorgen waren nog niet zo groot, maar het was wel zaak om van Roden te winnen”, legt Sebastiaan Wollinga uit. “De komende weken zijn cruciaal met bijvoorbeeld de belangrijke wedstrijd tegen Zwartemeer. We zullen het dan moeten laten zien.” Handhaving is dan ook het devies voor de jonge ploeg. “Halverwege moeten we kijken hoe we ervoor staan, of we naar boven of naar onderen moeten kijken. Als je reëel bent is lijfsbehoud een goed uitgangspunt. Er zijn een aantal jongens gestopt en verschillende jeugdspelers zijn overgeheveld naar de selectie. Ze zijn zeker talentvol, maar het bouwen aan een jonge ploeg kost tijd. Die onervarenheid speelt soms nog parten.” De sfeer binnen de ploeg is goed, de spelers van Hoogezand kunnen het zowel op als buiten het veld goed met elkaar vinden. “Soms zijn we misschien teveel een groep”, vindt Wollinga. “Als het wat minder gaat zijn we soms teveel vrienden van elkaar. Je moet elkaar ook af en toe flink de waarheid kunnen zeggen als dat nodig is. We moeten namelijk voor het resultaat gaan, want uiteindelijk is de uitslag wat telt.”
In een soort 4-4-2 systeem fungeert Wollinga als schaduwspits die bij balverlies het middenveld ondersteunt. Veel lopen dus, maar de fysiek en conditioneel sterke voetballer kan dat prima opbrengen. Hoogezand leunt qua doelpunten op het loopwonder, maar bescheiden als hij is wil Wollinga vooral de kracht van het team benadrukken. “Dat ik misschien een van de belangrijke spelers ben zegt me niks. Het gaat om het team, om de elf personen op het veld en de groep van achttien man op de training. In dat team is het mijn taak om voor de goal te komen wanneer we in de aanval zijn. Bij de omschakeling ondersteun ik het middenveld. Dat is absoluut mijn favoriete plek”, stelt Wollinga, die met twee treffers voor de winst op FC Assen zorgde en ook tegen Roden wist te scoren. Volgens hem is de tweede klasse voetballend gezien niet altijd hoogstaand. “Het is keihard werken, veel bikkelen en af en toe leuk voetbal. Over het algemeen zijn de wedstrijden niet heel hoogstaand qua voetbal. Maar er wordt flink gestreden.”
Zwakke plek
Dat Wollinga überhaupt nog voetbalt geeft zijn karakter goed weer. Zijn rug is een zwakke plek en een aantal jaren geleden zag de schaduwspits zich genoodzaakt te stoppen. Toen Jan Kloetstra trainer werd van Hoogezand veranderde echter het één en ander. “Jan was ook mijn leidinggevende op het werk en hij vroeg me of ik het weer wilde proberen. Ik was gestopt in verband met een rugblessure. Door behandelingen bij de giropractor was het weer mogelijk om te voetballen, al is de rug nog niet heel stabiel. Ik word nog regelmatig gekraakt om de boel weer wat los te maken.”
Wollinga kan het dan ook goed vinden met Kloetstra, die alweer voor het zevende seizoen achtereen ‘op de bok’ zit op sportpark De Kalkwijck. “In het begin was de mentaliteit van de groep niet altijd goed maar sinds Jan trainer is heeft hij daar flink op gehamerd. We hebben degradaties meegemaakt, maar ook twee keer promotie. Ik heb alles dan al meegemaakt bij Hoogezand en het is echt mijn club. Mijn doelstelling is om met Hoogezand op den duur naar de eerste klasse te gaan. Op termijn zit dat er zeker in. We hebben een jonge ploeg die alleen nog maar kan groeien en als ik naar de A-junioren en B-junioren kijk lopen daar ook een aantal goede talenten in. De toekomst van Hoogezand ziet er dan ook goed uit”, besluit Wollinga zijn relaas.