Veelbelovend debuut Slagter; bij Mollema lijkt de rek er uit
GRONINGEN – Nog altijd is Groningen een blinde vlek op de Nederlandse kaart van de Tour de France, namelijk de enige provincie die geen etappewinnaar in haar annalen heeft kunnen opslaan. Het had dit jaar kunnen gebeuren. Bauke Mollema en Tom-Jelte Slagter hebben er, als ze top zijn, de benen voor, maar ze slaagden niet hun missie. Slagter was er nog het dichtst bij. De kleine man uit Slochteren trok afgelopen vrijdag in de regenrit naar Bergerac een prachtige hoofdrol naar zich toe, die op de valreep leidde tot een imposante dagzege van zijn geplaagde Garmin-equipe. De solerende Slagter lanceerde met zijn laatste krachten zijn Litouwse makker Ramuns Navardauskas en die maakte dit fraaie staaltje van ploegentactiek majestueus af.
Bij de Groninger vloeiden de (vreugde)tranen rijkelijk. De emoties waren hem te machtig geworden. Met Parijs in zicht was het hem toch nog gelukt zijn klasse te etaleren. Nota bene in een vlakke etappe reed hij een vijfmanskopgroep aan gort. Eerdere winstpogingen van hem, vooral in de Pyreneeën, strandden al in een vroegtijdig stadium. Hoe dan ook, Slagter heeft zijn debutantenrol gemarkeerd met een ruime voldoende. In de Tour win je niet maar eventjes een etappe. De concurrentie is moordend en veel kansen krijg je niet, zeker niet een renner die wordt geacht te werken voor zijn kopman. Slagter reed de eerste week in dienst van de Amerikaanse coming man Andrew Talansky, tot deze na enkele valpartijen zo beurs was dat hij volledig gedemoraliseerd moest opgeven.
Met hem was gelijk ook heel Garmin van slag. Pas in de laatste week kreeg de blauwgetinte ploeg weer de geest, met Slagter als gretige aanvaller. Hij is een renner met, zoals dat heet in het wielerjargon: grinta! Op z’n Gronings gezegd, duvel in de pens. Het zou mij verbazen als deze Slagter de komende jaren Groningen geen mooi plekje in de Tourhistorie gaat bezorgen. Niet dat hij de Tour ooit kan winnen, maar etappes wél. Zijn eerste optreden is uitgedraaid op een keiharde, maar ook waardevolle leerschool. Hij zit nog midden in een krachtig groeiproces, waarin hij internationaal naam maakte als winnaar van twee etappes in Parijs-Nice.
Minder progressie mogen we redelijkerwijs van Bauke Mollema verwachten. Hij is dan ook vier jaar ouder, zit voor een wielerprof in de ideale leeftijdszone, eind twintig. Hij zal al met al minder tevreden zijn dan Slagter. Weliswaar haalde ‘Bau’ andermaal een top-10 notering, maar dat was door die hopeloze tijdrit nog kantje boord. Ten opzichte van vorig jaar (zesde) viel hij vier plaatsen terug. Deze tiende plaats bevestigde ook het beeld van Mollema dit seizoen; twee onsjes minder dan in 2013. Echter, wie top-10 rijdt in de Tour de France is een topper.
Om een Tour te winnen, moet je echter (veel) meer dan een topper zijn. Tourwinnaars, sla de erelijst er maar eens op na, zijn supertoppers. Vaak ook renners die meer dan één keer winnen. Anquetil, Merckx, Hinault, Indurain, en (jawel) Armstrong heersten gezamenlijk liefst 27 jaar. Maar ook de klasse van tussenpausen als Jan Janssen, Joop Zoetemelk, Lucien van Impe en Bradley Wiggins ontbeert Mollema.
In de prognoses van dit jaar werd Mollema door velen wel een podiumplaats toegedicht. Ook dat is te veel gevraagd voor hem. Zijn statistieken zijn daarvoor te mager. Tot dusver heeft de getogen Zuidhorner, die in 2008 beroepsrenner werd, geen enkele professionele etappekoers kunnen winnen. Geen grote, maar ook geen kleine. Zijn beste prestatie in het rondewerk was de tweede plaats van vorig jaar in de Ronde van Zwitserland (tweede), waarbij aangetekend dat die tegenwoordig niet echt meer sterk bezet is. De laatste twee edities werden gewonnen door de Portugees Rui Costa, een man die in de Tour alleen imponeert met etappezeges.
Dat is nou juist de makke van Bauke Mollema, hij is geen winnaar. Verre van dat zelfs. Als prof heeft hij in zeven seizoenen nog geen tien zeges geboekt die er toe doen. De inmiddels Friese Groninger is een pure aanklamper die nergens veel tijd laat liggen. Wil je grote koersen winnen, dan zal je het verschil ergens moeten maken. Of bergop, of in de tijdritten. Dat is Mollema niet gegeven. Hij heeft in deze Tour zelfs geen moment aan een etappezege mogen ruiken. De kracht van Mollema ligt vooral op het mentale vlak. Hij is rustig, taai, kan de koers lezen en is onverstoorbaar. Waar renners als Boogerd (vroeger) en Gesink zich nogal eens uit hun evenwicht lieten brengen door perskritieken, laat Mollema alle invloeden van buitenaf soepel en beleefd langs zich heen glijden.
Mollema is ook geen prototype van een kopman, een renner die de hiërarchie binnen de ploeg streng bewaakt. Dat zal ook te maken hebben met zijn status van niet-winnaar. Een kopman wordt geacht veel prijzengeld binnen te brengen, zodat ploeggenoten gemakkelijker zich uit de naad voor hem fietsen. Alleen al met de gele trui in Parijs pakt Nibali 450.000 euro. Daar komen ook nog eens vier ritzeges à 8000 euro bij. Ook de nummers twee (twee ton) en drie ( een ton) krijgen nog een aardig bedrag uit de Tourruif, maar de tiende plaats van Mollema is slechts 3800 euro waard. Een fooi. Verder kan hij nog drie top-10 plaatsen overhandigen, maar bij elkaar is dat ongeveer 2000 eurootjes. Dat tikt niet aan als er gedeeld moet worden. Niet alleen met renners trouwens, maar ook met het zogeheten personeel (mecaniciens en verzorgers).
Wellicht dat Bauke Mollema volgend seizoen nieuwe impulsen krijgt bij Trek, de teleurstellende Amerikaanse ploeg die hem heeft uitverkoren om de uitgebluste broertjes Schleck te doen vergeten. Het is wel eens goed te verkassen na de jarenlange, ietwat te gepamperde en overbetaalde Rabo/Belkincultuur. Tom-Jelte Slagter bewijst dat bij Garmin. Verandering van spijs doet eten en soms ook harder fietsen.
Dat zal ook nodig zijn wil Mollema volgend jaar in de top-10 van de Tour finishen. Want er is een lichting renners in aantocht die in potentie meer kwaliteiten hebben dan Gronings wielertrots. Wat te zeggen van de Pool Rafal Majka, die met zijn 24 jaar al goed was voor twee zware bergetappes in de Tour. En van de Tsjechische coming-man Leopold König. In Italië komt Fabian Aru, ploeggenoot van Nibali, er aan. Uit eigen land is er concurrentie onderweg van Wilco Kelderman, die agressiever koerst en ook kan tijdrijden en dan heb je de Fransen (Thibaut Pinot, Romain Bardet en ook Giant-youngster Warren Barguil) die zich dit jaar aan firmament hebben gemeld. Maar ook de Colombianen Nairo Quintana en Roberto Uran Uran zullen er volgend jaar ongetwijfeld staan, net als Nibali, Froome en Contador.
Voor de ploegleiding van Trek een mooie uitdaging om nog wat rek uit Bauke Mollema te halen. Zo niet, dan kan hij altijd nog zijn heil zoeken in het werk van luxeknecht. Zoals Scarponi bij Nibali. Betaalt ook heel goed en biedt tevens meer uitzicht op een mooier palmares.
Dick Heuvelman