STADSKANAAL – De omwonenden van de biovergister hebben het er niet bij laten zitten. Om de voortdurende stank tegen te gaan hebben de bewoners van Stadskanaal-Noord een rechtszaak aangespannen tegen de eigenaren van de vergister. Deze zaak diende vrijdag 18 juli en voormalig politieman Herman van Wijk voerde namens de omwonenden het woord. Moraal van het verhaal: er moet iets gedaan worden aan de voortdurend aanhoudende stank.
Van Wijk is niet de enige die deze mening is toebedeeld. Tim Koster (foto), fractieondersteuner van D66 Stadskanaal en direct omwonende, stelde de zaak onlangs opnieuw aan de kaak. De omwonenden van de biovergister zijn het beu dat er na maanden gesteggel en verschuiven van deadlines nog niets gedaan is aan de stank. Daarom sprong Van Wijk op de barricaden en mocht hij zijn verhaal doen bij de Meervoudige Rekenkamer, waar hij tegenover de eigenaren van de biovergister zat. Daar hield het niet mee op, want ook vertegenwoordigers van de gemeente Stadskanaal en milieuorganisaties voerden het woord. “Het is uitgedraaid op een zaak omdat er een heleboel klachten zijn over de biovergister”, weet Van Wijk. “Er zijn in het verleden diverse argumenten aangevoerd, zoals het uitzicht, het lawaai, maar uiteindelijk is de klacht over de stank die altijd terugkeert. Wanneer de wind uit het noordoosten komt ruik je het altijd. Wanneer de stank weg is vinden wij het best. Alleen, die stank gaat maar niet weg.”
Vandaar dat de Meervoudige Rekenkamer er op verzoek van Van Wijk en de andere buurtbewoners zich er eens maar over moet buigen. De bewoner van de Iepenlaan in Stadskanaal heeft er goede hoop op dat de rechter een voor de buurt positieve uitspraak uitspreekt, al houdt hij een slag om de arm. “Ze hadden een welwillend oor, maar dat wil natuurlijk niet zeggen dat je gelijk krijgt.” De oud-politieman geeft aan dat er in het beginstadium niet op zoveel overlast werd gerekend. “Dat je van afvalstoffen en mest warmte kunt creëren is op zich een geweldige uitvinding. Zo werd er vooraf geredeneerd. Toen de gemeente de komst van de biovergister openbaar maakte is er destijds geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om bezwaar in te dienen. We wisten toen ook niet dat het zo’n stank zou veroorzaken. Pas toen ‘ie er stond bleek dat ‘ie stonk. Ik stond er namens de hele buurt om dit aan te kaarten, niet alleen voor mezelf. In de buurt wordt er namelijk genoegzaam over gesproken als de lucht weer eens niet te harden is.” Vanaf 18 juli gezien doet de rechter binnen zes weken uitspraak. Van Wijk maakte voor het sluiten van de markt nog korte metten met het verweer van de advocaat van de eigenaren. Die stelde namelijk dat de omwonenden in een landelijke omgeving wonen en dus vaker last van dergelijke stank zouden hebben. “Dat is gewoon niet waar”, aldus Van Wijk. “Elke keer als de grond geïnjecteerd wordt blijft die lucht maar één à twee dagen hangen. De stank van de biovergister is haast structureel.”