VEENDAM – De stekker ging er uit, op die bewuste 2 april 2013. SC Veendam bestond niet meer. Het verlangen naar dat avondje Langeleegte is er nog steeds. Bij veel, heel veel mensen. SC Veendam was cult. Meer cult in elk geval dan Jong Twente, Jong Ajax en Jong PSV bij elkaar. In deze rubriek herinneringen aan SC Veendam. Ofwel van Dan Romann tot Meint Pik.
Soms is het een voordeel geen topper te zijn. Om Henry Louwdijk te heten. Zo iemand waaraan je je als club nooit een buil kunt vallen en waarvoor dus altijd wel interesse is. Een doelman die graag zit, niet te duur is en als het dan écht moet; nou dan kun je hem best een keer opstellen. Als de doelman van de A1 geblesseerd is bijvoorbeeld. Maar vooral niet te vaak. Dat kost je punten.
Henry was wel toe aan een avontuurtje. Ooit werd hij als talent bestempeld bij SCD’83. Henry werd aangetrokken door FC Zwolle, toen nog een grijze muis. Het Veendam van Overijssel. Vlees noch vis. Zwolle speelde toen- hoe ouderwets- ook nog op gewoon gras.
Louwdijk speelde wel eens. Als het echt niet anders kon. Als alle beschikbare doelmannen ziek, zwak en grieperig bleken. Als de trainer het echt niet meer wist. Dan – en nooit eerder- mocht Henry aan de bak. Ooit liet Henry in een interview weten dat hij graag plukt. Ook in Veendam verliep de carriere van Louwdijk tamelijk voorspelbaar. Hij zat zijn contract letterlijk uit. Pas als de pleuris uitgebroken was, stelde de trainer hem op. Met frisse tegenzin. Henry kende ondertussen alle dug-outs van Nederland als zijn broekzak. Hij wist zelfs wat er ingekerfd stond op de houten bankjes. Zat ie weer. Voor lul. Elke week weer. Hoogtepunt – op voetbalgebied dan- was het wekelijks verzorgen van de warming-up van de doelman in wie de trainer wél vertrouwen had. Dan kon Henry ook even zijn traptechniek demonstreren. Daarna wachtte zijn lot: de reservebank.
Dát moest anders. Henry moest en zou aan de weg timmeren. Er moest iets gebeuren. Henry wilde niet langer als een grijze muis door het leven gaan. Henry wilde meer. En kreeg zijn deel.
Niets menselijks was Henry vreemd. Net als iedere gemiddelde supporter van Veendam – na één overwinning werd al opzichtig over nacompetitie gesproken- werd Henry wat overmoedig. Ach, niemand die er ooit achterkwam. Geen haan die er naar kraaide. Welnee, dit viel toch niet op. Wel dus. Henry legde het aan met de vrouw van één van de meest populaire spelers van Veendam. Die ook nog eens heel dicht bij het stadionnetje woonde. Aanvankelijk waren ze wel voorzichtig, de tortelduifjes. Gaandeweg verdween dat. Ach, wat maakte het uit.
En dus keek zijn ploeggenoot nogal raar op toen hij de auto van Henry op zijn inrit zag staan en keek hij nog gekker op toen hij niet veel later Henry op zijn vrouw…
Henry Louwdijk werd ontslagen. Was niet langer gewenst in Veendam. Werd niet langer gepruimd. Technisch directeur Jan Korte moest wel lachen. Pas toen besefte hij wat Henry bedoelde, toen hij na het tekenen van zijn contract (minimumloon uiteraard) liet weten dat hij best gemakkelijk plukte. Henry Louwdijk stopte in 2012 als actief doelman. Het laatste seizoen speelde hij voor de amateurs van Avereest. Triester kan niet. Volkomen anoniem. Van zijn ploeggenoten uit Veendam hoorde hij nooit meer wat. Van die vrouw al evenmin. Niet één app’je. He-le-maal niets.
Henry Louwdijk komt nooit meer aan de Langeleegte.