VEENDAM – De stekker ging er uit, op die bewuste 2 april 2013. SC Veendam bestond niet meer. Het verlangen naar dat avondje Langeleegte is er nog steeds. Bij veel, heel veel mensen. SC Veendam was cult. Meer cult in elk geval dan Jong Twente, Jong Ajax en Jong PSV bij elkaar. In deze rubriek herinneringen aan SC Veendam. Ofwel van Dan Romann tot Meint Pik.
Jan belde. Vader van m’n beste vriend. Jan werkte bij de AVEBE. In Ter Apelkanaal. Of werken? Hij reed er elke dag in z’n Opel Record naar toe. Jan had een droombaan. Hoefde er alleen maar te zijn.
Jan had een vraag. Of ik mee wilde doen aan het AVEBE toernooi. Op het veld van SC Stadskanaal. Aanvankelijk was iedereen enthousiast geweest, nu regende het afzeggingen. Jan zou me wel halen. En dus zat ik een uur later voorin de Opel Record. Zoals gebruikelijk zong Jan met Bruce (Springsteen) mee.
Van mijn ploeg kende ik niemand. Helemaal niemand. Jan was verzorger. ‘Die man in de hoek daar. Dat is Wout. Heeft nog bij Veendam gespeeld.’ Ik keek. Ik zag een oude man oude voetbalschoenen aandoen. Hij keek me aan en groette. Moi.
Het niveau was niet heel hoog. Na de eerste wedstrijd dronken de meeste spelers al bier. Het kwam het niveau niet ten goede. Wout was geweldig. Hij zag er uit als m’n opa maar kon geweldig goed voetballen. Hij stond linksbuiten. Helemaal aan de zijlijn geplakt. Eenmaal aan de bal was hij Messi. Dribbelen, versnellen, kappen en scoren. Wout juichte niet. Liep gewoon terug naar de eigen helft en ging gewoon weer aan de zijlijn staan. We wonnen het toernooi. Door Wout. De helft van de ploeg kreeg niet eens meer mee dat we de titel pakten. Zo dronken waren ze.
Ik wilde met Wout praten. Over Veendam. Over zijn hoogtepunten, over zijn doelpunten en zijn medespelers. En dus douchte ik tegelijk met hem. Ik treuzelde net zo lang tot Wout ook eindelijk z’n onderbroek uit deed. Wout zei niets. Haalde met een spons de modder van z’n knieën. Shampoo in het haar. Niets bijzonders.
Later probeerde ik het weer. Ik vroeg hem naar Veendam. Wout nam – volgens mij wat geïrriteerd- een slok van z’n Sprite. Hij zuchtte. ‘Toen ik bij Veendam kwam, dachten de mensen dat ik een Fries was. Ik kwam van Cambuur en had daarvoor bij SC Drenthe gespeeld. Via Bart Nijland en Jan de Vries ben ik bij Veendam terecht gekomen. Het was heel simpel: ik wilde huisvesting en een baan. Dat was zo geregeld. Ik kreeg een woning aan de Straat Soenda en werk bij AVEBE. Daar werk ik dus nu nog steeds.’ Wout dacht dat daarmee de kous af was. Maar ik wilde meer. Ik wilde meer horen over de Messi van het AVEBE toernooi. Over medespelers bijvoorbeeld. Maar Wout bleef Wout. Het enige dat ie wel vertelde was dat hij zich een beetje ontfermd had over de Joegoslaaf Branko Aras. Dat die geen woord Nederlands sprak en dat Branko helemaal gek was als ie in de winkel knoflook zag liggen. Wout vertelde ook iets over de vrouw van Branko, maar dat begreep ik niet helemaal. Ondertussen stond Wout bij de barbecue. Hij legde er wat worstjes en een speklap op. Hij vroeg of ik ook wilde.
Wout Bosman was een geweldige voetballer. Dat zag je zo. Hoefde je niet voor doorgeleerd te hebben. Toch stopte hij zomaar bij Veendam. Van de één op de andere dag. Dat had alles te maken met trainer Joop Oldejans, met wie Wout een nogal moeizame relatie had. Dat moet aan Oldejans gelegen hebben. ‘Ik koos voor mijn baan bij AVEBE. Vond ik veel belangrijker. Ik had alleen maar ruzie met de trainer. Dat zou echt niet gaan werken. En ach, het was maar voetbal. Ik koos liever voor zekerheid.’
Roelofs (R.T.), nadere introductie overbodig, probeerde Wout nog wel op andere gedachten te brengen. Het hielp niets. ‘Weet je, die Oldejans ging een keer mooi nat. Roelofs had nog wel eens de gewoonte om in de kleedkamer op te duiken. In de rust bijvoorbeeld. Oldejans wilde hem een keer wegsturen. Zei dat HIJ de trainer was hier. Roelofs reageerde lachend. ‘En IK ben de baas van dit hele spul hier.’ Moest ik wel om lachen. En dat was zo ongeveer het spannendste wat ik beleefd heb. Ach jongen, ik kon aardig voetballen. Meer niet. Je doet er veel te gewichtig over. Het stelde allemaal niets voor. Een doelpuntje tegen SVV. Waar hebben we het over? AVEBE was voor mij veel belangrijker. Die zekerheid.’ Wout at vervolgens drie worstjes en een speklap. Stond op en gaf me een hand. ‘Succes verder’, zei hij. De beste speler van het toernooi ging naar huis. Als eerste. Niemand keek op of om.
Wout Bosman komt nooit meer op de Langeleegte.
Vincent Muskee