Voorbereiding IWAS Junior World Games bezorgt Rolf Huizinga hoofdbrekens

STADSKANAAL – Nog pakweg acht weken te gaan, maar voor de organisatie van de IWAS Junior World Games is de finale periode aangebroken. De termijn voor de officiële inschrijving loopt ten einde en de organisatie kan gaan denken hoe het sportterrein in te richten. Event Director Rolf Huizinga is niet ontevreden, maar beseft ook dat er nog bijzonder veel moet gebeuren.

image

Want als organisatie wil je alles in de hand hebben, controle hebben en de wens hebben dat het goed gaat. Momenteel zijn er voor de IWAS Junior World Games verschillende open einden die wel cruciaal zijn voor de organisatie van het evenement. De wedstrijd voor sporters met een beperking uit de hele wereld is namelijk een evenement van naam. Volgens Huizinga staat Stadskanaal er goed op, heeft het een goede naam als organisator van dergelijke wedstrijden, toch zal er nog heel wat water door het Mussel-A-Kanaal stromen eer het zover is. “We hebben voldoende deelnemers, het evenement gaan hoe dan ook door”, lacht Huizinga. “Maar het is even afwachten, veel deelnemende landen zullen zich op het laatste moment aanmelden is mijn verwachting. Ook Nederland. Dat heeft te maken met de wedstrijden waaraan ze nu deelnemen. Of trainingskampen. Wie komt heel terug? Wie heeft er een blessure opgelopen? Dat bepaalt welke grootte van teams de landen meenemen. Halverwege mei zullen we knopen doorhakken en proberen we het wedstrijdprogramma te bepalen.” De IWAS Junior World Games vinden plaats tussen 2 tot en met 8 juli in Stadskanaal. De organisatie is in handen van de Disability Games Foundation, die overigens nauw samenwerkt met de Nelli Cooman Games. Want die laatste wedstrijden worden gehouden op zaterdag 4 juli en zondag 5 juli. Op de zaterdag vinden de zogenoemde wedstrijden voor VB-atleten plaats, atleten met een verstandelijke beperking. Op zondag 5 juli is het tijd voor de wedstrijden voor talentvolle jeugdatleten uit het hele land. Door alles in één week te houden op dezelfde locatie in Stadskanaal snijden beide organisaties in de kosten, wat de sport uiteindelijk ten goede komt. Eenvoudig wordt het echter niet. Want de internationale jeugdwedstrijden voor sporters met een lichamelijke beperking brengen extra kosten met zich mee. Kosten die ook de ervaren Huizinga niet direct heeft voorzien. “Wij organiseren het evenement, maar de internationale bond IPC wijst mensen aan die de zogenaamde classificatie van sporters doet. De bond had voor deze klus mensen op het oog uit Australië, Nederland, Verenigde Staten en Groot Brittannië. Dat zou een extra kostenpost qua reis- en verblijf zijn, want die zouden voor onze rekening komen. Dat zijn aanloop- en organisatiekosten waar je eigenlijk geen greep op hebt. Wel hebben we aangegeven dat we liever zogenoemde juryleden hebben die uit omringende landen van Nederland komen. Dat scheelt ons behoorlijk in de kosten.”

Alle hoeken

Wat in ieder geval helder is, is het feit dat Huizinga sporters met een beperking uit alle hoeken van de wereld kan verwelkomen. Uit de Verenigde Arabische Emiraten, Duitsland, Nederland, Engeland, Portugal, Spanje, maar ook uit Zuid-Afrika. Huizinga hoopt dat er vele sporters uit verschillende landen komen, maar wijst ook op de kosten voor die landen. “Kijk, per sporter is een landelijke sportbond ongeveer 1100 euro kwijt aan reis- en overnachting, terwijl er ook een begeleider per vier sporters meereist. Wanneer er wheelers bij zijn is er veel materiaal wat mee moet in het vliegtuig. Dat zijn kostbare aangelegenheden.”

Toch is Huizinga optimistisch. Want internationaal gezien heeft Stadskanaal een goede naam, was het in 2012 in staat om ene Marlou van Rhijn vast te leggen. Diezelfde Marlou van Rhijn maakte daarna furore op de Paralympische Spelen van Londen, werd een nationale bekendheid. “Ze wilde eigenlijk meedoen aan een internationaal grotere wedstrijd om zich te meten met de besten, maar kwam in Stadskanaal uit.” Huizinga hoopt stiekem op een nieuw talent wat zich in Stadskanaal laat zien. Aan zijn enthousiasme zal het in elk geval niet liggen.