Denny Feiken en de factor pech
STADSKANAAL – Verdedigen is een kunst. Een kunst die we in Nederland amper nog beheersen. Bovendien: je hebt tegenwoordig de pure verdediger die niet kan voetballen, of je hebt de voetballende verdediger. En die kunnen vaak weer niet écht verdedigen. Denny Feiken (30) kan alles. Is groot en sterk. Goed met het hoofd, fysiek ijzersterk en bepaald niet langzaam. Bovendien: niemand in Oost Groningen die een betere traptechniek heeft dan deze centrale verdediger, die dus het beste van twee werelden in zich heeft. En toch speelt hij bij ‘maar’ SC Stadskanaal. In de derde klasse. Tegen DVC’59 en Sleen. Voor een handjevol toeschouwers. Terwijl hij gezien zijn onmiskenbare kwaliteiten jarenlang betaald voetbal had moeten spelen. ‘De factor pech speelde een rol. En ik miste een beetje begeleiding. Ik was af en toe een trap onder m’n achterste nodig, maar kreeg die dan niet’, zegt Feiken, tegenwoordig woonachtig in Nieuwe Pekela.
Nog niet zo lang geleden leek Feiken het alsnog een keer op een hoger plan te gaan proberen. Het Duitse SV Meppen toonde serieuze interesse. Feiken trainde samen met z’n broertje Roy de gehele voorbereiding mee. ‘De Duitsers waren lyrisch. Echt waar. We werden er bijna verlegen van. We kwamen er financieel echter niet uit. Als we voor SV Meppen hadden gekozen, hadden we onze banen op moeten zeggen, ze trainen namelijk twee keer per dag. Dat was ook geen probleem geweest, maar met de door hun geboden 800 euro per maand kom ik niet rond. Ja, dat vond ik echt jammer. SV Meppen leeft enorm, niet te vergelijken met de beleving in Nederland. Ik had dat avontuur absoluut zien zitten’, zegt Feiken, die nu zijn geld verdient als beveiliger.
De linkspoot begon zijn carrière als kleine Denny bij SC Stadskanaal. Zijn talent bleef niet onopgemerkt, want als D-junior vertrok hij naar BV Veendam. Daar bleef hij tot en met de A-junioren. Hij besloot toen om te vertrekken. Nieuw Buinen – toen Hoofdklasser- werd z’n nieuwe club. Slechts een seizoen, want BV Veendam trok opnieuw aan de bel. Denny kreeg een plek in het beloftenteam . Het liep prima in de voorbereiding, tot het ABN/Amro Toernooi in – uitgerekend- Stadskanaal. ‘ Ik ging toen door m’n knie. Was op zaterdag. Maandag werd ik al geopereerd aan de meniscus en ik wilde een week later weer trainen. Het voelde goed. Dat mocht toen niet van BV Veendam. Toen ben ik vertrokken. Ja, je zou het eigenwijs kunnen noemen. Ik was ook een stuk jonger toen. Omdat ik nog geen bindende wedstrijd gespeeld had, kon ik zo weer bij Nieuw Buinen aansluiten. Achteraf gezien had ik misschien beter wel kunnen blijven. Ik zat in de voorbereiding namelijk heel dicht tegen het eerste elftal aan.’
Bij Nieuw Buinen groeide Feiken uit tot steunpilaar. Hij begon als linkerverdediger en werd later spelverdeler en sloper in één vanuit de as van het veld. ‘Ik heb er prachtige dingen beleefd. Met geweldige spelers gepeeld en ontzettend veel geleerd. Van spelers als Henry Meijerman en Reinier Resokario bijvoorbeeld. Van een Lowie Piebes. Dat soort spelers zie je tegenwoordig niet meer in het amateurvoetbal. Of het niveau bij de amateurs achteruit gegaan is? Nou en of. Het is gewoon slecht. Echt heel slecht’, zegt Denny, die op een bepaald moment ‘flauw’ van Buunermond werd. Net als maatje Mark Schreuder en broertje Roy: ofwel de drie musketiers. ‘ We zijn naar Tus Lingen gegaan. Kijken of we daar een contractje konden verdienen. Dat kon ook wel, maar het was financieel niet echt aantrekkelijk. Vervolgens trainden we een keer voor de lol met TEVV mee. Meijerman was daar trainer. Zijn we daar maar gaan spelen.’
Bij TEVV reeg Feiken de titels aaneen. ‘TEVV was aanvankelijk een heel gezellige club. Echt waar, ontzettend leuk. Er kwamen echter meer en meer spelers van buitenaf. Er werd betaald. Toen veranderde de sfeer. Mensen gingen anders tegen ons aankijken. En dus keerde ik maar weer terug naar Nieuw Buinen, ook al was dat slechts voor een seizoen. Ik verkaste vervolgens namelijk weer naar TEVV. Waarom? Een centenkwestie’, lacht Feiken, die met voetbal wat centjes meepikte. Geeft hij eerlijk toe. Nu is de vrije verdediger bezig aan zijn tweede seizoen bij SC Stadskanaal. ‘En dat terwijl ik toen ik er als jeugdspeler vertrok liet weten er nooit meer te zullen gaan spelen. Ik had de indruk er totaal niet te passen. We keken toch altijd op een bepaalde manier tegen Stadskanaal aan. Dat vooroordeel moet ik terugnemen. Ik heb nog nooit zoveel plezier gehad als de afgelopen twee seizoenen. Ik verdien geen dubbeltje, maar heb nu véél meer voldoening. Bovendien is alles verder prima geregeld bij de club. Daar is helemaal niets op aan te merken. En met Rick Slor hebben we een heel goede trainer. Rick is sociaal en staat open voor de mening van de spelers. Hij is geen betweter. Hij is gewoon Rick die met de spelers prestaties wil leveren. Ik ervaar de samenwerking met Slor als buitengewoon plezierig.’
Feiken verdient dus niets meer als voetballer. Daarmee zijn de ambities niet verdwenen en is de drive niet weg. ‘Doel dit seizoen? Promoveren. In elk geval een periodetitel pakken. Klopt, we spelen momenteel nog niet echt een hoofdrol, maar dat komt wel. Ik vond ons tot nu toe namelijk elke wedstrijd beduidend beter dan onze tegenstanders. Wat zeg ik: véél beter. Probleem is een beetje het scorend vermogen. We creëren heel veel kansen en geven weinig weg. Alleen het benutten van al de mogelijkheden is even een probleem. Maar dat komt wel. Ben ik van overtuigd. We hebben een heel jonge groep. Heeft dus ook met een stukje ervaring en dus rust voor de goal te maken. Ik ben met dertig jaar de oudste van de groep. Kun je nagaan.’
Denny Feiken. Een topper. Haalde niet alles uit z’n carrière. ‘Wat ik zei: heeft ook at met begeleiding te maken. Met steun. Als ik bij Veendam een keer geen zin in trainen had, dan begrepen mijn ouders dat wel. Dan bleef Denny lekker thuis bij de warme kachel. Dat had dus niet gemoeten. Maar goed, dat is achteraf. Bovendien heeft de factor pech ook een rol gespeeld. De knieblessure bijvoorbeeld. SV Meppen was denk ik de laatste kans geweest om nog een keer echt op hoger niveau te spelen. Maar dat kon financieel weer niet uit. Als ik terugkijk denk ik inderdaad dat ik meer uit mijn loopbaan had kunnen halen. Jammer, maar meer ook niet. Ik word er ’s nachts niet zwetend wakker van. Totaal niet.’
Feiken is topfit en houdt van het spelletje. Of hij nog heel lang doorgaat, is maar de vraag. ‘Heeft met m’n werk te maken. Ik werk veelal in de weekenden. Dan kom ik zondagochtend rond 8.30 uur thuis, slaap ik een uurtje, douche me en bereid me voor op de wedstrijd van zondagmiddag. Daarna kijk ik thuis nog even naar Studio Sport en moet ik de nachtdienst weer in. Daarnaast ben ik ook nog trainer van SC Stadskanaal D1. Die combinatie van werk en voetbal is lastig. Loodzwaar. Dat houd ik geen jaren meer vol.’
Roy en Rana
Z’n vriendin? Dat is Rana Dalenoord. Al zeven jaar. In huize Feiken draait het behalve om voetbal ook en vooral om de paardensport. Rana doet namelijk aan paardensport. En niet zo’n beetje ook. ‘ Internationaal, springen’, zegt Denny. ‘Daar gaat ook een hoop tijd in zitten. Nee, haha, aan kinderen denken we dus nog niet. Hebben we helemaal geen tijd voor.’ Dan over broertje Roy. Minstens zo getalenteerd. Ook gezegend met een geweldig linkerbeen. ‘Ik denk dat ik een betere mentaliteit heb dan m’n broertje. Maar voetballen kan ie. Hij speelt nu weer bij TEVV, na een uitstapje van een half jaar bij Hoogeveen. Misschien dat we in de toekomst nog wel een keer samen spelen. Wie zal het zeggen. Ik zou twee seizoen geleden overigens in eerste instantie naar WVV gaan. Daar spelen veel oud-ploeggenoten van Nieuw Buinen. Pas een dag voor het verstrijken van de overschrijvingstermijn besloot ik toch voor Stadskanaal te kiezen. En daar heb ik dus echt geen seconde spijt van gehad.’
Vincent Muskee