Al twintig jaar lang speelt de band zaal na zaal plat met hun aanstekelijke smartlappen en meezingers. Diep Triest bewijst daarmee al twee decennia lang allesbehalve Diep Triest te zijn en beschikt inmiddels over een grote schare trouwe fans. Getuige ook de enorme opkomst die de band had tijdens hun jubileumconcert in Huize Maas afgelopen maart. De hoogste tijd dus om samen met frontman en zanger Theo Driessen terug te kijken op 20 jaar Diep Triest.
“Als ze maar niet denken dat dit een afscheidsinterview wordt”, begint Theo Driessen. De entertainer is duidelijk nog niet zat van zijn vak en wil nog jaren doorgaan. “Stoppen is alleen een optie als mijn stem mij in de steek laat”, lacht hij. “Verder ben ik bang dat ze mij uiteindelijk van het podium af moeten slepen wanneer het écht niet meer kan.” Kortom, een gesprek in het midden van de inmiddels indrukwekkende historie van de band Diep Triest. Een tusseninterview.
“Er is in twintig jaar tijd veel veranderd in de wondere wereld van de muziek”, weet Driessen. “Vooral het verdwijnen van de plattelandsdisco’s heeft een enorme impact gehad.” De band is daardoor wat optredens kwijt geraakt. “Maar het meest jammerlijke van het verdwijnen van deze disco’s is nog dat wij altijd veel plezier hebben gehad tijdens deze feesten”, vertelt hij. “Neem nu Pruim in Zevenhuizen. Wij stonden daar regelmatig tijdens de feestweek in dat dorp en op oudjaarsavond. Geweldig publiek, een mooie sfeer en onvergetelijke avonden. Kortom, een gouden tijd.” Toch klaagt de entertainer pur sang niet. “We doen geen 120 optredens per jaar meer”, aldus Theo. “Maar dat hoeft ook niet. Performen is best zwaar. Tegenwoordig moet ik twee dagen bijkomen na zo’n avond.” Dat is overigens ook wel logisch. Niet alleen Diep Triest is twintig jaar verder na de oprichting, ook de zanger is zelf twintig jaar ouder dan toen. “Overigens voel ik me geen oude man”, vertelt hij gedecideerd. “Nog altijd ga ik vol energie het podium op. Optreden is een feest waar ik niet zonder kan.” Iedereen die de band live heeft zien spelen weet wat een feest Diep Triest met zich meebrengt. “Het gaat om de interactie met het publiek”, volgens Theo. “Wij betrekken hun bij onze show door ze uit volle borst mee te laten zingen, dansen en ook met ze te praten vanaf het podium.” Daarnaast staat de band natuurlijk bekend om zijn verkleedpartijen tijdens de optredens. “Dokter Bernard staat ook echt op het podium”, glimlacht hij. “Mooi toch? Een stukje toneelspel met muziek.” Het showelement zit diep in Theo Driessen, zelfs buiten het podium en uit het publiek blijkt de man een flamboyante persoonlijkheid. Maar hoe is de zanger bij zijn smartlappen gekomen? Wat heeft ervoor gezorgd dat de jonge Theo een microfoon heeft gepakt en is begonnen te zingen? “Dat komt door mijn tante Truus”, vertelt Driessen. “Vroeger had je van die Story LP’s vol met treurige tranentrekkers. Mijn tante had een LP met daarop de welbekende meezingers ‘Pappie, loop toch niet zo snel’, ‘De Clown’ en ‘Manuela’. Dat vond ik dus helemaal fantastisch.” Niet veel later was er een feest bij Theo zijn voetbalvereniging Blauw Zwart. “Daar heb ik toen een microfoon gepakt en ben in de kantine gaan zingen”, herinnert Theo zich. “Als 12-jarig jochie zong ik ‘Manuela’ van Jacques Herb, nu ben ik 54 jaar en zing ik ‘Manuela’ mét Jacques Herb.” De zanger die hem ooit inspireerde zelf te gaan zingen, loopt nog altijd als een rode draad door zijn carrière. “Jacques is zonder twijfel één van de meest sympathieke mensen in de business”, vindt hij. “Een ontzettend aardige man, die nog altijd hard werkt.” En dat allemaal dankzij dat ene nummer. “Manuela is overal in Nederland van Jacques Herb”, zegt Driessen. “Behalve in het Noorden.” Theo vertelt dat Jacques Herb zich regelmatig heeft afgevraagd wat Diep Triest met zijn nummer heeft gedaan. “Dan staat hij met ons op het podium en ziet hij een volle zaal of feesttent uit zijn dak gaan op zijn smartlap. In het begin stond hij daar wel van te kijken.” Heel erg lijkt Herb het overigens niet te vinden. “Hij doet regelmatig met ons mee”, aldus Theo. “Als we hem bellen dan komt hij.” Zo ook tijdens het jubileumconcert van Diep Triest in Huize Maas afgelopen maart. “Dat was toch wel een mooie belevenis”, vindt hij. “Alle fans waren aanwezig. Zelfs vanaf het podium herken je ze. Na twintig jaar zie je de terugkerende gezichten in het publiek, en dat is echt kicken hoor!” Daardoor is Jacques Herb nauw betrokken geweest bij twee herinneringen die Theo dierbaar zijn. “Misschien wel het mooiste moment uit mijn carrière”, bekent hij. “We waren net zeven jaar onderweg met de band toen we in 2001 optraden in wat toen nog de Martinihal was. Alles hadden we als band zelf opgezet, geregeld en georganiseerd in die grote hal. Ik stond strak van de spanning. Wat nou als…” Gelukkig voor Diep Triest en Theo Driessen liep alles van een leien dakje. “Ja, achteraf geen vuiltje aan de lucht natuurlijk”, lacht Driessen. “Maar man, wat een belevenis. We stonden daar met Jacques, Bonnie St. Claire en een koor van 150 man sterk.” Nog altijd beleeft hij veel plezier aan dat concert. “Vooraf een grote kopzorg, maar achteraf heb ik daar zoveel voldoening uit gehaald. Ongelooflijk.” Een dieptepunt dan. Het kost Theo duidelijk even een moment om een dieptepunt van Diep Triest te herinneren. “Toch wel wat we binnen de band ‘D’ noemen dan”, zegt hij na een korte denkpauze. “D is kort voor, uhm –fluisterend- Dalfsen.” Hij vertelt dat de band aankwam bij een enorme feesttent. “Het was echt zo’n avond dat je er echt 110 procent vol voor wilt gaan”, aldus Theo. “Diep Triest was er klaar voor en we hadden er allemaal ontiegelijk veel zin in.” Wat toen gebeurde verbaast de zanger nog steeds. “Niemand had oog voor ons. We stonden daar twee sets van 45 minuten te spelen en niemand die op of om keek. Niemand die klapt, meezingt of ook maar enige reactie geeft richting de band. Langzaamaan gingen we ook steeds zachter spelen, het volume werd omlaag gedraaid en we zijn onopgemerkt van het podium afgelopen.” Hij schudt met z’n hoofd en zegt: “Hoor je achteraf dat iedereen het geweldig heeft gevonden. Nou ja.”
Tegenwoordig geeft Driessen wel vaker concerten waarbij de muziek minder hard staat dan dat we gewend zijn van zijn band Diep Triest. “Samen met onze toetsenist Theo Jansen ben ik tegenwoordig regelmatig onderweg met WelCombo”, vertelt hij enthousiast. “Als je het hebt over het zoeken van een nieuwe uitdaging, dat is nu echt één.” De twee Theo’s treden als Welcombo samen op in kleinschalige gelegenheden en laten zich daarbij van een andere kant zien. “Kerken, dorpshuizen en verzorgingstehuizen”, weet Theo. “Daar spelen wij vervolgens echte smartlappen, zoals ‘Vluchten kan niet meer’ van Frans Halsema en ‘Laat me’ van Ramses Shaffy.” Toevallig ook twee artiesten die hoog op het favorietenlijstje van de performer staan. “Dit is écht mijn muziek”, knipoogt hij. “Frans Halsema, Ramses Shaffy en Herman van Veen zijn echte grootheden. Hun muziek is alleen niet geschikt voor grote feesttenten en een uitbundige menigte. Daarom ben ik samen met Theo ook deze weg ingegaan. We zochten een andere manier om ons creatieve ei kwijt te raken.” Of het ooit nog tot een CD vol rustige platen komt weet de zanger nog niet. “Zou kunnen, maar dan moet het niet zo aflopen als mijn laatste plaat”, lacht Driessen alvorens zijn album ‘Terug’ tevoorschijn te toveren. “Kijk, deze heb ik jaren geleden opgenomen. Het album staat vol met eigen werk.
Vervolgens heb ik na het persen van de CD’s de dozen in de schuur gezet, enne, daar staan ze nog steeds.” Volgens Theo is het uitbrengen van het album er nooit echt van gekomen. “Wel zonde”, zegt hij. “Eigenlijk wilde ik altijd al een eigen plaat en ik ben er ook heel trots op. Maar ja. Mocht iemand nog belangstelling hebben voor een CD van Theo Driessen, dan weten ze waar ze staan.” Volgens Theo is een mailtje naar info@dieptriest.nl voldoende. “Dan krijgen ze er één, maar dan wil ik wel weten wat ze ervan vinden.”
“Pé Daalemmer stond aan de wieg van mijn carrière”
Van Diep Triest is het een kleine stap naar die andere performers die Noord-Nederland al jarenlang onveilig maken; Pé Daalemmer en Rooie Rinus. “Vooral Peter de Haan, Pé, is belangrijk geweest voor mijn carrière en het ontstaan van Diep Triest”, vertelt Theo. “Pé nam mij regelmatig mee naar zijn optredens, dan stond ik daar naast hem te zingen.” Uit de optredens met Peter de Haan is vervolgens Hollands Verdriet ontstaan. “En daar kwam uiteindelijk Diep Triest uit voort.” Toch vinden we de naam Peter de Haan niet terug in de statuten van de band. “Kees Douma is de medeoprichter van Diep Triest”, aldus Theo. “Zonder Kees was er geen Diep Triest. Ik ben die man nog elke dag dankbaar. We hebben samen ontzettend leuke tijden beleefd.” Dat doet de zanger overigens nog steeds met zijn huidige bandleden Erik Aten, Harrie Groenewold, Manon Prins, Sandy Goeree, Harrie Hoiting en de al eerder genoemde Theo Jansen. “Een fantastische groep mensen om mee te werken”, vindt Driessen. “Ik ben ontzettend trots deel uit te maken van een band met zoveel talent.”
Zoals Theo Driessen in twintig jaar Diep Triest overigens met veel getalenteerde artiesten heeft mogen optreden. “Zoals al gezegd is Jacques Herb één van mijn favoriete artiesten om mee op het podium te staan”, zegt Theo. “Ook Pé en Bonnie zijn leuke artiesten om mee te werken.” Nu we het hebben over leuke artiesten kan natuurlijk de andere, tegengestelde vraag niet uitblijven: ‘Wat is de grootste rotzak die je in de afgelopen twintig jaar bent tegengekomen?’ Theo lacht en merkt –terecht- op dat dit een rotvraag is. “Maar toch ga ik een poging doen om hem te beantwoorden”, zegt hij besluitvaardig. “Schrijf het maar als volgt op. Je hebt sympathieke en minder sympathieke artiesten. En om dan een voorbeeld te geven van een minder sympathieke artiest; Gordon.” Bij deze noemen we Gordon dus geen rotzak. “Nee, minder sympathiek”, knipoogt Theo. “Je weet immers nooit met wie je het podium nog op moet.”
Een blik op de klok leert dat een gesprek met zanger en performer Theo Driessen gelijk staat aan een optreden van zijn band Diep Triest. Een gezellige ervaring waarbij de tijd is omgevlogen. “Net als de afgelopen twintig jaar”, vindt Driessen. “Wat is de tijd ongelooflijk snel voorbij gegaan en wat hebben we een ontzettend mooie tijd gehad met z’n allen.” Twintig jaar Diep Triest is dus allerminst het begin van het einde. “Integendeel”, verzekert Theo ons. “Ik kan niet zonder een podium. Als ik mijn stem verlies, dan stop ik. Misschien. Anders moeten ze mij er maar van afslepen. Ik hoor het wel wanneer het écht niet meer kan.”