Hans Nijland gaat nog elke dag met plezier naar de Euroborg

groningen hans nijland 1

groningen hans nijland 1  groningen hans nijland 3 groningen hans nijland 4 groningen hans nijland 5 groningen hans nijland 6 groningen hans nijland 7 groningen hans nijland 8 groningen hans nijland 9 groningen hans nijland 10 groningen hans nijland 11 groningen hans nijland 12 groningen hans nijland 13 groningen hans nijland 14 groningen hans nijland 15 groningen hans nijland 16 groningen hans nijland 17 groningen hans nijland 18groningen hans nijland 19groningen hans nijland 2  Algemeen directeur nog lang niet uitgekeken op FC Groningen

GRONINGEN – Dat het huidige seizoen vooralsnog niet datgene is wat FC Groningen-directeur Hans Nijland ervan had verwacht is duidelijk. Maar hij vindt ook dat het te maken heeft met het verwachtingspatroon rondom de club. Nijland spreekt open over de club, zijn passie voor de FC en de toekomst, die hij voorlopig ‘gewoon’ in de Euroborg ziet.

De situatie anno 2015 baart hem echter geen zorgen. Daarvoor ziet Nijland teveel lichtpuntjes, positief als hij is. De club staat er prima op, al blijven de financiën een punt van zorg, maar de bekerfinale is in zicht. Maar, zo werkt de voetballerij ook weer, een nederlaag in de halve finale van de beker tegen Excelsior en geen play-offs kan betekenen dat het seizoen deels is mislukt. Zo dicht ligt het bij elkaar in het betaalde voetbal. In die wereld waar emotiemanagement en de waan van de dag vaak overheersen, houdt Nijland het al negentien jaar vol. Wat hem op de been houdt? Die passie voor de club. Dan doen ook de lege stoeltjes in de Euroborg hem pijn. “Ja natuurlijk, het liefst heb je een vol stadion”, vertelt hij. “Toen we in Euroborg gingen spelen, hadden we een capaciteit van 20.000 toeschouwers, wat later is uitgebreid naar 22.500. In 2008 is er gesproken over een derde ring op het stadion, waardoor we zouden kunnen uitbreiden naar meer dan 30.000 plaatsen. De investering was echter te groot en een paar jaar later ziet de wereld er heel anders uit. Weet je, we zijn een volksclub en vinden het enorm belangrijk om in contact te blijven met onze supporters. Na ieder seizoen gaan we bellen met onze supporters, die hun seizoenkaart hebben opgezegd. We willen weten welke redenen ze opgeven. Vaak heeft het te maken met financiën, of om privéredenen, zoals werken in het weekend. En natuurlijk klagen sommigen ook over het voetbal, dat is inherent aan het voetbal. Maar ik vind ook dat het verwachtingspatroon hoog ligt. FC Groningen is natuurlijk geen Barcelona.” Want zo slecht als een deel van de buitenwacht soms beweert is het volgens Nijland allemaal niet. “We voetballen beter tegen ploegen, die ook willen voetballen. Dat heeft ook hele leuke thuiswedstrijden opgeleverd. We hebben dit seizoen thuis gewonnen van Ajax en gelijk gespeeld tegen PSV en FC Twente en hebben ook tegen Go Ahead Eagles en AZ bij vlagen uitstekend voetbal laten zien. Cambuur en PEC Zwolle krijgen misschien de credits, maar vergeet niet dat de druk om te presteren hier ook net wat hoger ligt. Ik weet het van mijn zoon Stef, die bij PEC Zwolle speelt. Als er daar een paar keer op rij verloren wordt, raakt men niet in paniek. Hier ook niet, maar de reacties van de supporters zijn wat heftiger. Begrijpelijk hoor, want FC Groningen moet ook gewoon presteren.”
Evenwichtig
Nijland omschrijft het seizoen dan ook als ‘wisselend’, een jaargang met de gebruikelijke ‘ups’ en  ‘downs’. De contractverlenging van de hoofdtrainer Erwin van de Looi, zijn assistenten Dick Lukkien en Marcel Groninger en keeperstrainer Sierd van den Berg is volgens hem dan ook te verklaren. “Vorig jaar hebben we de play-offs gewonnen en Europees voetbal gehaald, een prachtig resultaat voor Van de Looi in zijn eerste seizoen als hoofdtrainer. De technische staf doet verder één belangrijk ding heel goed: ze lopen niet voorop in de polonaise als het goed gaat en kruipen ook niet onder de tafel als het wat minder is. Ze zijn evenwichtig, weten wat ze doen met elkaar. Ze kunnen goed begrijpen wat de mogelijkheden en onmogelijkheden zijn bij deze club en zijn in staat om mee te denken met de club. Sommigen stellen dan de vraag: ‘had je niet langer moeten wachten?’ Nee, want deze mannen passen gewoon goed bij FC Groningen.” Nijland haalt het voorbeeld van de transfer van Filip Kostic aan, die afgelopen zomer naar VfB Stuttgart verkaste. “We hadden een vervanger op het oog. Vijf minuten voordat Henk Veldmate en ik in Dusseldorf in onderhandeling gingen met Stuttgart, werd Henk gebeld door de zaakwaarnemer van onze eerste keuze. Hij koos voor PSV. Ook nummer twee en drie op het lijstje bleken om uiteenlopende redenen niet haalbaar. We zouden voor nummer vier tot zes op het lijstje kunnen gaan, maar dan neem je een risico. Menig trainer was niet akkoord gegaan en zou per se een vervanger willen. Deze technische staf niet. Ze zijn aan de slag gegaan met de spelers die er al waren. Dat typeert deze trainers.” Dat wil volgens de algemeen directeur niet zeggen dat Van de Looi intern niet met zijn vuist op tafel slaat. De kritiek dat Nijland teveel ‘kleurloze types’, ‘jaknikkers’ om zich heen verzamelt, gaat er bij hem dan ook niet in. “Deze trainer is zeker niet gemakkelijk. Denk nu niet in de discussie over Filip Kostic dat hij zijn stem niet heeft laten horen. Deze trainer stáát voor zijn zaak. Van de Looi geeft zijn mening over het veld als we daar iets aan moeten doen, overtuigt ons als we een trainingskamp in Spanje ter discussie stellen. Erwin van de Looi staat voor zijn klus en spelers.”
Dynamiek
Hij vertelt het vol passie, want kom bij Nijland niet aan ‘zijn’ FC Groningen. Maar, zo benadrukt hij ook, het is vooral sámen bij de FC. Na bijna negentien jaar werkzaam te zijn bij de club die hem zo dierbaar is, weet hij nog altijd van geen stoppen. “Man, ik heb er nog zoveel plezier in”, lacht hij. “Deze baan geeft me zoveel, brengt zoveel dynamiek met zich mee. Het is zo dat ik nog altijd zeven dagen per week met de club bezig ben, al doceer ik wel meer. Vroeger ging ik op zaterdag bijvoorbeeld naar drie jeugdwedstrijden op Corpus den Hoorn, nu kijk ik er één. Of van twee wedstrijden een helft. Wel is het zo dat ik heel moeilijk ‘nee’ kan zeggen en worden de aanvragen voor lezingen eerst door anderen doorgenomen. Dat werd op een gegeven moment wel erg veel.”
Vandaag de dag geniet Nijland nog volop. Van de bevlogenheid van de medewerkers van FC Groningen, maar ook van de ‘verfrissende’ inbreng van nieuwkomer Gerard Kemkers binnen de organisatie. “Hij kijkt anders naar voetbal, heel leuk om te merken en ook leerzaam. Hij let er bijvoorbeeld op dat wanneer een speler de bal verkeerd aanneemt en het publiek fluit, hoe zo’n jongen daarop reageert. Verder kijkt hij naar dingen als explosiviteit en sprongkracht. Van zo’n bericht dat hij weer schaatscoach zou worden baal ik dan ook echt, daar ben ik heel eerlijk in. We zijn daar ook altijd helder in. Wanneer je voor FC Groningen werkt ben je voor honderd procent betrokken. Dan kun je niet parttime coach zijn van een schaatsteam, dat past gewoon niet. Gelukkig wil hij zelf ook gewoon blijven.” In al die jaren FC Groningen zag Nijland vele merkwaardige voetballers passeren. Van grote talenten tot gelukszoekers, van enfant terribles tot ideale schoonzonen. Hij geniet wanneer hij namens FC Groningen kan zeggen dat de club twee van de grootste voetballers ter wereld in haar gelederen heeft gehad. Groninger Arjen Robben maakt wekelijks het verschil bij FC Bayern München en de vrolijke Luis Suarez excelleert bij FC Barcelona. “Ja, daar zijn we met elkaar heel trots op”, stelt hij. “Of we in de toekomst in staat zijn een nieuwe Suarez te halen? Eerlijk is eerlijk, dat is in het huidige voetballandschap een stuk lastiger geworden. Toen Henk Veldmate en ik destijds in Uruguay gingen kijken, waren we de enige scouts uit heel Europa. Henk Veldmate is onlangs weer geweest en toen zaten er scouts van Borussia Mönchengladbach, PSV en andere clubs uit Europa. De concurrentie is veel groter.” Het contact met Luis Suarez is nihil, maar met de rasechte Groninger Arjen Robben is er geregeld contact. “Robben smste bijvoorbeeld halverwege Ajax – FC Groningen dat hij Tibbling goed vond spelen. Hij leeft echt mee, is betrokken. Fantastisch gewoon. Oud-bestuurslid en sponsor, meneer Koolma van 82 jaar, had de wens om een wedstrijd van Bayern te bezoeken. Via Arjen hebben we kaarten geregeld en het was echt top georganiseerd. Zijn vrouw Bernadien ving meneer Koolma op en nam hem mee in de lift voor het personeel. Na de wedstrijd kwamen Arjen en Bastian Schweinsteiger even langs om hem de hand te schudden. Zo zit hij in elkaar, geweldig, daar heb ik geen woorden voor.”