Voor- en tegenargumenten voor een groot windpark: “Is de wind wel zo slecht voor de Veenkoloniën?”

STADSKANAAL – Het plan is duidelijk. Enkele honderden meters over de provinciegrens moeten in de Drentse Veenkoloniën tientallen windmolens herrijzen. De gemeenten Borger Odoorn en Aa en Hunze zien hun mogelijkheden tot verzet slinken. Het park lijkt er te gaan komen, tot woede en frustratie van de gemeenten, ondernemersvereniging VVBK en de gemeente Stadskanaal. Maar is zo’n windpark wel zo slecht, biedt het geen kansen?

Naarmate de realisatie van het park dichterbij komt, wordt het verzet heviger en de teksten ronkender. ‘Het is oorlog’, zegt Jan Nieboer, voorzitter van Verenigingen voor Bedrijven Kanaalstreek en de actiegroepen Tegenwind en Storm. Wethouder Peter Gelling (GemeenteBelangen Stadskanaal) vindt dat oorlog nog niet verloren is. Raadslid Klaas Pals (D66) kan niet zoveel met deze teksten. ‘Wat schieten we op met deze uitspraken?’, vraagt hij zich af. Voor Pals is het helder. ‘Ik ben niet tegen wind, maar ik besef me dat een windmolen in de achtertuin niet fijn is’, vervolgt de politicus. ‘Maar zo zwart-wit als het geschetst wordt, daar geloof ik niet in. Ik denk namelijk dat er op een gegeven moment best draagvlak is voor een windpark in ons gebied.’

Pals is één van de weinigen die er zo over denkt, blijkt wanneer de opinie in de Groninger en Drentse Veenkoloniën gepeild wordt. Het merendeel van de politiek is tegen, diverse ondernemers hebben in de Vereniging voor Bedrijven Kanaalstreek de krachten gebundeld en opteren voor een zonnepark. PvdA-raadslid Egbert Hofstra uit Stadskanaal gelooft nog altijd dat dit plan de beste optie is voor het gebied. Want alhoewel Stadskanaal een grensgemeente is en feitelijk niet aan de onderhandelingstafel zit, heeft de gemeente wel te ‘dealen’ met een grootschalig windpark dat de hele lijn in de Kanaalstreek zal gaan bezetten. Hofstra denkt echter dat het park nog tegen te houden is, al hebben de gemeenten Borger Odoorn en Aa en Hunze een rechtszaak tegen het Rijk verloren. De inzet van die rechtszaak: de Rijkscoördinatieregeling omzetten in drie afzonderlijke provinciale coördinatieregelingen, wat ervoor zou zorgen dat de provincie Drenthe weer de regie voert over het park. Alleen, die vlieger gaat volgens de rechter niet op: minister Henk Kamp blijft eindverantwoordelijk.

Pals denkt dat het gebied verder moet kijken, de kansen in oog moet houden. Het college van de gemeente Stadskanaal en de ondernemers denken dat de komst van een windpark het gebied geen goed zal doen. De D66’er vraagt zich dat af. ‘Het gebied is natuurlijk niet verloren’, vindt hij. ‘Er liggen voldoende kansen. Wat te denken van compensatiegelden, waarbij inwoners van het gebied meeprofiteren? Of denk aan de productie van windmolens en het onderhoud, dat zijn allemaal kansen. Het biedt werkgelegenheid, waarom zou je zo krampachtig vasthouden aan het stopzetten van dit plan? Wat me verbaast is dat er geen plan b is. Het lijkt wel alsof ons college daar absoluut niet mee bezig is. En eerlijk gezegd vind ik dat bijzonder zorgelijk.’

Meer panelen

Hofstra beaamt inderdaad dat zijn partij als collegepartij niet denkt aan een plan b. De inzet van ‘zijn’ Partij van de Arbeid: minder palen, meer panelen. ‘Er is veel minder weerstand tegen een zonnepark. Een zonnepark kan veel sneller worden geïmplementeerd. Bovendien, de techniek voor het bouwen
van een windmolen is veel ingewikkelder. Wie zegt dat bedrijven in onze regio deze kennis hebben? En het onderhoud, dat zie ik ook niet zo snel door bedrijven uit ons gebied gebeuren.’
Wat betreft die bedrijven, volgens Jan Nieboer van de Vereniging voor Bedrijven Kanaalstreek worden die door de ‘windboeren’ onder druk gezet. Nieboer liet tegenover RTV Stadskanaal weten dat enkele windboeren bedrijven pas opdrachten geven wanneer ze hun lidmaatschap van de VVBK opzeggen. Hans Mentink liet namens deze ‘windboeren’ weten dat Nieboer de situatie te zwaar aanzet. ‘Ik vraag me af of de weerstand wel zo groot is als Nieboer zegt. Er zijn ook ondernemers die er op een zakelijke manier naar kijken.’

Geweigerd

Wat betreft die zakelijke manier, de Vereniging voor Bedrijven Kanaalstreek heeft enkele jaren geleden zelfs onderneming geweigerd om lid te worden. De Raedthuys Groep uit Hengelo wil een van de windparken in de Drentse Veenkoloniën exploiteren en opende tweeënhalf jaar geleden een vestiging in Stadskanaal. ‘Maar toen onze collega in Stadskanaal lid wilde worden van de VVBK, is hij niet geaccepteerd’, vertelt Arthur Vermeulen, als manager verantwoordelijk voor Raedthuys Windenergie. ‘Dat vinden we jammer. We snappen dat een windpark voor weerstand zorgt, maar we wilden juist de synergie zoeken. Dat wil zeggen: wanneer de komst van het windpark een feit is, willen we zoveel mogelijk samenwerken met lokale bedrijven. Denk dan aan civiele bouw, zoals het aanleggen van toegangswegen. Er zijn voldoende bedrijven in de regio die dat goed kunnen. Onze collega in Stadskanaal wilde juist kennismaken met lokale bedrijven, maar toen hij zich wilde aanmelden werd hij geweigerd. De officiële reden was dat er in het bestuur geen unanimiteit was over het lidmaatschap van Raedthuys. Maar we voelen dat het te maken heeft met de komst van het windpark.’ Dat laat volgens Vermeulen onverlet dat Raedthuys nog altijd voornemens is zaken te doen met lokale bedrijven. ‘Maar dat werkt vaak toch gemakkelijker in een sfeer waarin we ongedwongen kennis met elkaar kunnen maken. Nu zullen we moeten zoeken naar andere wegen.’

Die andere wegen zijn er wel op gericht om geen tweespalt te creëren in de Veenkoloniën, maar de vraag blijft of Raedthuys wel zo welkom is in de regio. Platform Storm en Tegenwind trekken onder regie van Nieboer de teugels strakker. En het politieke signaal blijft duidelijk. De gemeente Aa en Hunze heeft al aangekondigd een hoger beroep te overwegen. Stadskanaal zou een dergelijk besluit toejuichen, want de gemeente blijft van mening dat een windpark het gebied blijvend zal verstoren. De vraag is of dat zo is. Snijden de gemeenten zichzelf niet in de vingers? Kan er niet beter gesproken worden over compensatieregelingen en participatie van burgers die ervoor zorgen dat de regio er ook iets aan verdient? Egbert Hofstra (Partij van de Arbeid) ziet als raadslid nog voldoende kansen om Den Haag te overtuigen van het nut van een zonnepark, in plaats van een windpark. Pas als die lijn niet werkt, moet er volgens hem een alternatief op tafel komen. ‘En als het windpark er dan is, moet die compensatie sowieso geregeld worden, ongeacht of je voor of tegen het park bent’, vindt hij. ‘Maar eerst blijven we inzetten op een zonnepark. Dit gebied moet wel leefbaar blijven.’