BAD NIEUWESCHANS – De Duitse Europarlementariërs Constanze Krehl en Matthias Groote een bezoek aan de EDR in Bad Nieuweschans om zich bij te laten praten over het actuele INTERREG V-programma.
Daarbij ging de belangstelling van de beide Europarlementariërs, die werden begeleid door Johanne Modder (lid van het parlement van Niedersachsen en fractievoorzitter van de SPD), met name uit naar eerste ervaringen uit de praktijk van de realisering van het Europese structuurbeleid. “Op Europees niveau zijn de adviesgesprekken inmiddels begonnen over het vormgeven van het toekomstige structuurbeleid. In dit verband zijn de resultaten en ervaringen uit de regio’s erg belangrijk”, aldus Constanze Krehl die deze gesprekken actief begeleidt als woordvoerster in het bevoegde Comité van de Regio van het Europees Parlement.
Karel Groen, directeur van de EDR, heette de gasten welkom en lichtte om te beginnen de algemene ontwikkeling toe van de grensoverschrijdende samenwerking in de regio. Daarbij benadrukte hij de belangrijke netwerkfunctie van de EDR voor diverse organisaties en thema’s. Veel activiteiten worden in dat verband pas mogelijk door projectondersteuning uit het “Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling” (EFRO). Als voorbeeld lichtte Ilona Heijen, projectmanager bij de EDR, de verschillende maatregelen toe die samen met de partners uit de grensregio op het gebied van arbeidsmarkt binnen het gezamenlijke koepelproject “Arbeidsmarkt Noord” worden gerealiseerd. Allereerst is een grensoverschrijdende structuur met deelname van de bevoegde partners, de Provincies, gemeenten, Arbeitsagenturen resp. UWV, en afdelingen Economische Zaken opgebouwd. Bovendien zijn thematische werkgroepen opgericht op het gebied van onderwijs, mobiliteit en vraag en aanbod van arbeidskrachten. Op basis hiervan worden nu grensoverschrijdende maatregelen ontwikkeld en afgestemd met behulp waarvan de betreffende actuele uitdagingen op de arbeidsmarkt in de grensregio aangegaan kunnen worden. Eerste positieve resultaten worden zichtbaar bij de advisering van werkgevers, waarbij arbeidskrachten grensoverschrijdend worden bemiddeld. Verder kan het adviseren van werknemers en werkgevers, als het grenspendelaars betreft, worden voortgezet bij het “Grensinfopunt”. En in de zorg wordt de helpende hand geboden bij o.a. het bemiddelen van stages en een baan in het buurland.
Verder presenteerde Hermann Wessels, hoofd INTERREG bij de EDR, de ontwikkeling van de INTERREG-programma’s en de projecten die momenteel actueel zijn. Op basis van de regionale competenties in Noord-Nederland en het gebied Weser-Ems hebben de regionale partners gezamenlijke speerpunten uitgewerkt in hun “Strategie Noord”. Die worden nu uitgewerkt in het kader van grensoverschrijdende projecten binnen het INTERREG-programma. Voor de duidelijkheid kwamen initiatieven op het gebied van agrobusiness, energie, maritieme bedrijvigheid en de high-tech-systemen (bijv. sensortechnologie) en nieuwe materialen aan de orde. De Europarlementariërs waren zichtbaar onder de indruk van de ontwikkeling van nieuwe materialen uit duurzame grondstoffen binnen het project “Bio-economie in de non-food-sector”. Hier wordt volgens Constanze Krehl de doelstelling van het Europese structuurbeleid met het oog op innovatieve ontwikkelingen, duurzaamheid en sociale integratie heel concreet in de praktijk van grensoverschrijdende samenwerking met de regionale partners uitgevoerd. Daarbij bewijst de samenwerking zijn waarde, want door de competenties van de kennisinstellingen en bedrijven aan weerszijden van de grens te bundelen wordt een grote meerwaarde bereikt. In dit verband spraken de vertegenwoordigers van de EDR hun dank uit aan de Duitse Europarlementariërs en met name aan Constanze Krehl voor haar ondersteuning en niet aflatende inzet binnen het Comité van de Regio. Het Europese Parlement heeft een belangrijke rol gespeeld bij het verhogen van de middelen voor de samenwerkingsprogramma’s. Daardoor is nu ook meer geld beschikbaar voor grensoverschrijdende projecten in deze regio.
Volgens Matthias Groote zijn de voorbeelden van en resultaten uit de projecten ook belangrijk om tijdens de op handen zijnde adviesgesprekken over het vormgeven van het toekomstige Europese structuurbeleid te laten zien dat door subsidiëring in de regio’s en door de grensoverschrijdende samenwerking een duurzame meerwaarde ontstaat.
Momenteel is sprake van uiteenlopende tendensen. Eén kant zou voornemens zijn om het regionale Europese structuurbeleid in zijn geheel ingrijpend te beperken en alleen nog maar een gering aantal armere regio’s te ondersteunen. Gelijktijdig zou er dan alleen nog een beperkte centrale ondersteuning vanuit Brussel moeten komen waarbij de mogelijkheid van de regio’s om invloed uit te oefenen komt te vervallen. Het Europees Parlement geeft samen met het Comité van de Regio’s echter de voorkeur aan voortzetting van de regionale ondersteuning met overeenkomstige speelruimte voor de regionale spelers qua vormgeving.
Afsluitend werd overeengekomen dat de Europarlementariërs over dit thema verslag zullen uitbrengen over de volgende stappen op Europees niveau. Samen met de betrokken partners zal de EDR informatie blijven verstrekken over de uitvoering van het programma en het effect van de projecten. Op die manier kunnen de goede voorbeelden uit de regio gebruikt worden om de argumenten te ondersteunen voor het standpunt van het Parlement en binnen het Comité van de Regio.