GRONINGEN – Het was een berichtje dat de kranten niet eens haalde. Ergens op een website stond het wel: Leyi Hu speelt volgend seizoen voor de zaterdagtak van Zuidlaren. Punt. Verder niets. Oh ja, de trainer van Zuidlaren liet weten erg blij te zijn met de komst van Hu. Hij kon, zo wist de oefenmeester, op verschillende posities op de voeten. Daarmee was verder alles gezegd. En ook wel logisch: Hu was speler van het tweede van Be Quick 1887. Zo’n transfer is het vermelden niet waard. Je kunt als krant dan el aan de gang blijven. Leyi Hu. Speelde eeuwen voor SGV in Schildwolde. Althans, zo leek het. Leyi speelde al heel vroeg in de hoofdmacht. Hij viel meteen op. Ten eerste omdat hij Chinees was – zo gaat dat op het platteland- maar vooral vanwege zijn unieke kwaliteiten. Leyi Hu was een groot talent. Hij speelde veel te lang in Schildwolde. Reden? Ach, zijn vrienden. Vriendenteam, vader en moeder runden een Chinees restaurant in het dorp. Elk jaar was er wel wat belangstelling, elk jaar wimpelde hij de clubs af. Leyi hoorde bij Schildwolde. Was al op zijn achttiende Mister SGV. Clubs die tegen SGV speelden, speelden tegen die Chinees. Bij SGV baarde Hu opzien. Hij kopte er zijn eigen voorzetten binnen en met de komst van wat andere, goede spelers stoomde Leyi met het kleine clubje op in de vaart der volkeren. Hij zette SGV op de voetbalkaart en belangstellende clubs wisten: het zou steeds moeilijker worden hem weg te krijgen uit Schildwolde. Achteraf gezien verdeed hij daar zijn voetbaltijd. Oké, hij vond het leuk allemaal en genoot ook wel, maar als hij alles uit zijn loopbaan had willen halen, had hij veel eerder moeten vertrekken. FC Emmen toonde eens interesse. Leyi reed op een dinsdag van Schildwolde naar de Meerdijk om daar een wedstrijd met de A1 te spelen. Hij speelde alsof hij al jaren deel uitmaakte van het team. Moeiteloos draaide hij mee. Er kwam, en dat is heel bijzonder, geen enkele opmerking over handelingssnelheid, iets waar trainers prat op gaan als een proefspeler meegedaan heeft. René Hake, nu FC Twente, zei hem een heel goede speler te vinden. Een overgang kwam er niet. Leyi bleef gewoon bij SGV. Aaldrik Stadens weekte hem los uit Schildwolde. Zoals Stadens iedereen los wist te weken, behalve dan als spelers duizenden euro’s wilden. Over geld had Leyi niet nagedacht. Bij SGV speelde iedereen voor de lol. Dat er spelers waren die voor hun voetbaldiensten betaald kregen, dat was Hu volledig ontgaan. En dus stond er in de voorbereiding op het seizoen ineens een Chinese jongen in de kleedkamer van Oranje Nassau. Hij was rustig. Geen poeha, noch blabla. Hij was ingetogen en open. Bijzonder sociaal, vanaf het eerste moment. Niemand anders van de selectie die hem kende. En omdat er nogal eens wat gelukszoekers, soms zelfs in klederdracht kwamen meetrainen, keken de spelers ook nu eerst de kat maar eens uit de boom. Welnu, die kat was na een paar minuten wel uit de boom. Eenmaal in het positiespel bleek Hu een grootmeester. Een stijlvolle, balvaste middenvelder, niet van de bal te krijgen. Weergaloze techniek, kon alle kunstjes. Maar: vooral zijn functionele techniek bleek geweldig. Aannames altijd goed, gevoel voor ruimte. Hu was niet lui. Hij liep anderhalf uur van zestien naar zestien. Leyi kon best een paar wedstrijdjes achter elkaar spelen. Van complimenten hield hij niet. Dan werd hij wat verlegen. Bart van Veen zette hem eens rechtsback. Iedereen vond dat raar, maar juist op die positie had Hu echt carrière kunnen maken. Hij kon verdedigen, diep in de knieën, was snel en wendbaar, bouwde goed op, kwam voortdurend op en sloopte de linkerspits zonder het broekje vies te krijgen. Hu had een betere uitvoering van Cijntje kunnen worden. Hu had aan de Langeleegte moeten spelen. Was daar echt een cultheld geworden. Maar ook in Veendam kende men Hu niet. Bovendien: liever een derde reserve van SC Heerenveen dan een jongen uit Schildwolde. Kon niet, die misten basis en handelingssnelheid, het geijkte verhaal. In geval Hu was dit onzin. Hu handelde en dacht sneller dan een Cijntje, al kreeg hij de kans niet dat ooit te laten zien. Bovendien: als Veendam wel gebeld had, was Leyi niet gegaan. Hij had gedacht in de maling te worden genomen. Bananasplit. Zo weinig zelfkennis had Hu, die zichzelf geen bijzondere speler vond. In sociaal opzicht bleek hij een kanjer. Hij was de enige speler van O.N. die Kevin Heuvelink, een fantastische jongen overigens maar wel met gebruiksaanwijzing, begreep en aanvoelde. Kevin luisterde alleen naar Leyi, in wie hij kwaliteit herkende. Leyi vond Kevin ook geweldig. Vele malen beter dan hemzelf. In werkelijkheid was Leyi vele malen belangrijker dan Heuvelink, die veel te weinig deed met zijn talenten. Heuvelink speelde bij FC Twente. Wout Brama moest de ballen bij hem inleveren. Toen hij in de A1 de trainer vertelde hoe het moest, werd hij weggestuurd en raakte de spelmaker in de vergetelheid.
Hu speelde overal. Rechtsback dus, rechtermiddenvelder, controleur, centrale verdediger, tien en aanvaller. Ook in de zaal bleek hij een openbaring. O.N. deed een keer mee aan Protos Weering. In die contreien was men allemaal idolaat van Guido ten Cate van Hoogeveen. Volgens die mensen daar de allerbeste. Tot Leyi in Westerbork kwam spelen en even liet zien hoe veel beter het nog kon. Het onderlinge duel met Hoogeveen eindigde in 2-2. Verder kwam O.N. niet, in de tweede ronde werd met een allegaartje gespeeld en was uitschakeling een feit. Hu haalde zijn schouders op. Het was maar zaalvoetbal. Gek genoeg bleef de eerste jaren bij O.N. belangstelling van andere clubs uit. Terwijl elke betaalde club naar talent zocht, zagen ze Hu over het hoofd. En dat terwijl hij alles had: snelheid, loopvermogen, techniek, inzicht en mentaliteit. Tot 2011. Tot dat moment dat Leyi ineens bescheiden om een klein gesprekje vroeg. ‘Ik ben gevraagd door Be Quick’, zei hij zacht. ‘Ik denk er over na.’ Leyi was gestreeld door de interesse van de club. Hij wilde de Topklasse in, iets dat hij met O.N. niet zou bereiken. Leyi dacht na. Spelers probeerden hem op andere gedachten te brengen. Iedereen praatte op hem in, al gunde iedereen Leyi ook het beste: de Topklasse dus. Toen hij weer op de schouder tikte en om een gesprek vroeg, kwam het hoge woord er uit: hij hing naar Be Quick. Met tranen in de ogen namen het handjevol supporters afscheid van hem. Hij, die in een aantal jaren een onuitwisbare indruk maakte op iedereen binnen de club. Zowel op als buiten het veld. Leyi zou wel met een achterstandje beginnen bij zijn nieuwe club. Hij ging namelijk op vakantie naar China. Pas later in de voorbereiding kon hij aansluiten en dus was het even wachten voor hij debuteerde. Ook bij Be Quick zag men al snel de kwaliteiten van Hu, een ideale speler ook voor elke trainer. Multifunctioneel vooral, je zette hem ergens neer en hij speelde er de pannen van het dak. Op 25 oktober 2011 plande Be Quick een oefenpotje tegen BV Veendam. In Vries. Mooie gelegenheid voor Hu om wedstrijdritme op te doen. Tot die blocktackle. Tot die schreeuw. Leyi Hu brak op die koude, donkere avond in Vries, zijn been. De breuk was niet echt mooi, eerder foeilelijk. Leyi bleef maar problemen houden met het been. Artsen keken en voelden, maar losten niets op. Leyi was heel lang uit de roulatie. Veel te lang. En eenmaal terug zag Jan Publiek niet meer de Leyi die hij voor die avond in Vries was. Hij werd gehinderd. In zijn bewegingen. Hij zat minder diep in de knieën, draaide net wat moeilijker. Af en toe viel hij wel eens in bij het eerste, doorgaans stond hij opgesteld bij de reserves. Volgend seizoen dus in Zuidlaren te zien: Leyi Hu. Een geweldige voetballer die nooit echt doorbrak. Die te lang bij SGV bleef en die door betaalde clubs over het hoofd werd gezien. Leyi Hu had nog iets unieks. Hij was de eerste Chinees die plat Gronings sprak. Leyi Hu zong de liedjes van Ede Staal uit volle borst mee. Alleen dat al maakte van hem een bijzondere jongen. En dat was hij.
Vincent Muskee