Groningen – Wil het korfbal in Groningen structureel weer een plaatsje bemachtigen op het allerhoogste niveau, de Korfbal League, dan dienen alle voorradige krachten te worden gemobiliseerd en vervolgens gebundeld. Kees Vlietstra is daar heel duidelijk over. Als coach van Jong Oranje weet hij hoe de hazen lopen in het Nederlandse korfballandschap. En als Mister Nic. weet hij ook haarfijn waar het in Groningen aan mankeert vandaag de dag: een stevige en vooral ook ambitieuze organisatie. Zijn club, Nic. dus, kan het alleen niet meer trekken als topclub. Is inmiddels al twee jaar geleden van het hoogste podium getuimeld en een gerede kans op een snelle terugkeer is er in zijn ogen niet.
Oud-international Kees Vlietstra, met Nic. twee keer landskampioen op het veld geworden (1994 en 1998), schetst de problematiek in het Alfa College, de winterse basis van de groenwitte tijgers. “Het kost Nic. tegenwoordig alleen al heel veel moeite om wedstrijden in de zaal te organiseren. Daar ben je steeds weer een mannetje of twintig voor nodig en die kunnen we nauwelijks nog bij elkaar krijgen. Dat is elke keer weer een hoop getrek aan mensen.”
Echter, ook in korfbaltechnisch perspectief is een bundeling van krachten gewenst. Vlietstra: ”Kijk naar al die clubs in de Korfbal League. Dat zijn bolwerken met minstens 500 leden. Daar moeten we ook in Groningen naartoe als we hier structureel topkorfbal willen spelen. Dat hoeft wat mij betreft niet onder de vlag van Nic. Als clubs als ROG, Club Brothers en Hoogkerk aanhaken, zou het van mij ook KV Groningen mogen heten. In trainerskringen, waar ik meestal verkeer, wordt daar al over gesproken. Positief ook. Of het ook al bestuurlijk een serieus punt van gesprek is, weet ik niet. Maar bij deze wil ik er wel voor pleiten. En uit wat ik zo hier en daar hoor, proef ik ook wel een groeiend draagvlak hiervoor.” Kees Vlietstra wijst op de samenwerking op jeugdgebied met Hoogkerk, die al enkele jaren gaande is en goed verloopt.“ Maar die zou in zijn visie verder moeten worden uitgediept om de glorieuze tijden van weleer, met smaakmakers als Vlietstra zelf, Taco Poelstra (de Cruijff van het korfbal), Michiel Gerritsen, Gerald van Dijk en niet te vergeten het Taiwanese wonderkind Ricky Wu, te doen herleven. Het is, in de ogen van Vlietstra, de hoogste tijd om alle nog levende clubsentimenten overboord te gooien en de handen ineen te slaan.
Als vertegenwoordiger van een dynastie die met moeder Truus, vader Kees, broer Mike en tante Ina (Julsing) jaar-in-jaar-uit haar stempel op Nic. drukte, heeft hij daar in elk geval geen problemen mee. “Het is de enige manier om weer in de Korfbal League te komen. En die ambitie heb ik in elk geval wel, ook al ben ik er niet meer rechtstreeks bij betrokken. Ik bekijk het vooral als Groninger korfballiefhebber.” Vooralsnog zal Nic. haar kunsten moeten vertonen in de hoofdklasse, het tweede niveau van Nederland. Ook een heel aardige klasse overigens, weet Vlietstra. Met clubs als Het Amsterdamse Rohda, OVVO uit Maarssen, SCO uit Oldeholtpade en Dalto uit Driebergen verwacht hij een spannende competitie. Met vrijwel allemaal clubs die in het hetzelfde schuitje als Nic. verzeild zijn geraakt, dat der losers. Van deze clubs geeft hij Dalto de meeste kans om via een kampioenschap de stap terug omhoog te maken. En Nic.? Kees Vlietstra: “Als alles meezit, dan moet een plek bij de top drie mogelijk zijn. Dus niet te veel blessures, nauwelijks of geen schorsingen en hier en daar wat geluk. Met Henk-Jan Mulder is er een ervaren coach, die zich altijd goed voorbereid op wedstrijden. Maar zeg ik er bij; als het het beetje tegenzit, kun je ook zo maar zevende worden.”
De voorbereiding op de zaalcompetitie 2016-2017 verliep in elk geval naar wens. Er werd gewonnen van Hoogkerk het Asser AVO, de club waar Rianne Echten is teruggekeerd omdat ze het gereis naar Sassenheim, waar ze dit jaar met TOP landskampioen is geworden, beu was. Nog meer indruk maakte de 37-31 overwinning op het Koogzaandijkse KZ, al jaren een topper in de League. Kees Vlietstra: “Dat vond ik echt een fantastische prestatie. Dat geeft toch wel aan dat er best potentie in zit bij Nic.” Hij ziet zijn club daarom ook niet verder afglijden, in tegenstelling tot de hoofdredacteur van Korfbal.nl, Niels van Marle. Vlietstra is van diens voorspelling echter verre van onder de indruk, vindt die prognose zelfs getuigen van (te) weinig kennis van zaken. Er is, weet hij, genoeg kwaliteit bij Nic. om goed mee te doen dit seizoen. Hij refereert Nynke van der Windt, een 19-jarig talent dat de eerste selectie is komen versterken. Ook één van zijn pupillen bij Jong Oranje, Tim Flokstra, draagt het groenwitte zebrashirt. De kans dat dit tweetal op de radar komt van de topclubs is groot, maar Vlietstra denkt niet dat het direct zo’n vaart zal lopen. Gekscherend: “Ik heb Tim gezegd dat ik zijn kop er af zal hakken als hij nu nog bij Nic. weggaat. Sterker nog, hij moet er voor zorgen dat er spelers naar Nic. toekomen. Korfbal is één groot sociaal netwerk en daar zou hij als speler van Jong Oranje gebruik van moeten maken.”
De toekomst van het korfbal in Groningen ligt evenwel niet in handen van Tim Flokstra, maar van visionaire bestuurders. Zij zijn de aangewezen slagmensen die er voor zouden moeten zorgen dat er na FC Groningen, ook nog een KV Groningen op de nationale sportkaart komt. Kees Vlietstra, toch het korfbalgeweten van Stad en Ommeland, is er klaar voor.
Dick Heuvelman
FOTO: Kees Vlietstra (staande geheel links) met Nic. in betere tijden, als speler van het team dat 1994 veldkampioen van Nederland werd.