Home Actueel Provincie Jarig zijn op de dag van herwonnen vrijheid

Jarig zijn op de dag van herwonnen vrijheid

0
Jarig zijn op de dag van herwonnen vrijheid

Ter Apel viert zeventig jaar bevrijding met Poolse week

TER APEL – Hij mag dan ondertussen ver in de tachtig jaar zijn, Jaap Spanninga herinnert zich de Tweede Wereldoorlog als de dag van gisteren. Afgelopen zaterdag werd in Ter Apel gevierd dat de Poolse Pantserdivisie het grensdorp werd bevrijd. Die dag, zeventig jaar geleden, vergeet Spanninga nooit meer. Op 11 april 1945 werd Ter Apel niet alleen bevrijd, Spanninga vierde die dag ook nog eens zijn achttiende verjaardag. Een dag later werden de barakken van Kamp de Beetse bevrijd, juist het kamp waar Spanninga zich jarenlang voor inzette.

En tot op de dag van vandaag deelt Spanninga die herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog in Ter Apel en omstreken. Hij was dertien toen de oorlog begon en op de dag af achttien jaar toen deze voor het grensdorp eindigde. Talloze herinneringen zijn achtergebleven. Spanninga schreef erover, gaf lezingen en is tot op de dag van vandaag te vragen als deskundige voor basisscholen. Niet voor zichzelf, Spanninga wil juist dat die herinnering blijft, dat die periode niet vergeten wordt. Het is het laatste jaar dat de 88-jarige Spanninga op verzoek vertelt over de periode van toen. Spanninga is ondanks zijn leeftijd nog goed bij de pinken. “Er is in Ter Apel veel gebeurd”, begint hij zijn verhaal. “Op 10 mei 1940 vlogen de Duitse gevechtsvliegtuigen over om Rotterdam te bombarderen. De Nederlandse soldaten vluchtten naar de Afsluitdijk en na de capitulatie ging het gewone leven eigenlijk gewoon verder. Er veranderde niet zoveel. Ik ging naar de MULO en ik zat daar in de klas bij de Jood Haiman Leeser. Op een gegeven moment werd ons verteld dat Haiman Leeser die nacht was opgepakt. Dat werd zo even meegedeeld. Of dat indruk maakte? Jawel, maar je was vooral ook bezig met jezelf, met overleven. Bovendien was het gevaarlijk om je medeleven te tonen tegenover de Joden.” Sellingerbeetse Jaap Spanninga

De lastigste momenten beleefden de Ter Apelers vooral ’s nachts, aldus Spanninga. “Iedere dag en iedere nacht vlogen er honderden vliegtuigen die overvlogen. Dat was een spannende tijd, want deze vliegtuigen waren volgeladen met bommen. Overdag vlogen de Amerikanen over en ’s nachts gingen de Engelsen per vliegtuig richting Duitsland. Dat zorgde voor hevige luchtgevechten. En het kwam ook voor dat wanneer een vliegtuig van de geallieerden in de problemen kwam, eerst de lading bommen naar buiten werd gegooid. Dat heeft ook hier diverse levens gekost. Bij Bellingwolde bijvoorbeeld, waar duizenden bommen zijn gevallen. En ’s nachts moesten de ramen worden verduisterd.” Spanninga kan zich dan ook nog goed herinneren dat er tijdens de oorlog twee vliegtuigen neerstortten. De Liberator en de Lancaster. Bij het neerstorten van het Lancaster-vliegtuig wist alleen Peter Cole de crash te overleven. Bij de Liberator verliet de bemanning voortijdig het vliegtuig, om achter burgemeester Beinsdorp te landen per parachute. “Een van hen was Walter Shambarger. Hij werd door landwacht Trechsel zó doodgestoken toen hij was gevonden. Ik wilde iets doen. “Als je niet maakt dat je wegkomt steek ik jou ook dood”, zei Trechsel. Nou, dan luisterde je wel hoor.”

Na 6 juni 1944, ook wel bekend als D-Day, nam de angst toe. Niet zozeer dat de maatschappij in Ter Apel en omstreken verhardde, zo legt Spanninga uit, maar omdat de angst toenam. “Er was wel meer angst voor de NSB’ers. Hun kinderen zaten bij je in de klas. Ook las je in het Nieuwsblad van het Noorden wie er ter dood veroordeeld waren. Ook de naam van een oom van me stond daarbij. Rijksveldwachter Schoonebeek. Dat maakte wel indruk. Hij werd gevangen gezet en daarna in Scheveningen terecht gesteld.”

Polen

In april 1945 veranderde alles. De bevrijding kwam. Niet door de Engelsen, zoals de Ter Apelers veronderstelden. “We hadden alleen kijk op de Engelsen. Van de Poolse divisie hadden we nooit gehoord. We wisten niet eens dat ze bestonden. Ze spraken geen woord Engels. Toen ze hoorden dat er vlak over de grens ongeveer 1700 Poolse vrouwen gevangen werden gehouden vlogen ze met hun tanks weer de grens over. Die Poolse vrouwen waren opgepakt bij een groot protest in Warschau. Een paar uur daarna kwamen ze terug. De bewakers van kamp Oberlangen zaten voorop de tanks en de Poolse soldaten en officiers hadden allemaal Poolse vrouwen bij zich. Toen ik thuis kwam die dat had een Poolse officier gevraagd of hij bij ons kon eten. ‘We hebben alleen soep, verder niks’, werd hem verteld. Hij kwam terug met gehaktballen en dat werd bij onze soep in gedaan. Zo waren er ’s avonds vier Poolse meiden en twee officieren die met ons meeaten.” Spanninga heeft een rijk archief, hij kan uren vertellen over wat er is gebeurd in die vijf jaren dat Ter Apel en omstreken waren bezet door de Duitsers. “Het was hier in Ter Apel geen frontgebied. Het meeste werk wat gebeurde was het inleveren van radio’s en metalen aan de Duitse bezetter. Verder werd er ook niet over gepraat. Onze onderwijser Roorda zat dik in het verzet. Éen van de piloten die uit de Liberator was gesprongen zat bij hem ondergedoken. Roorda heeft hem een paar maanden in huis gehad.”

Spanninga gaf na de oorlog talloze lezingen over hetgeen wat er gebeurd is. De oorlogstijd was tragisch voor diverse generaties. Voor kinderen van NSB’ers bijvoorbeeld, die na afloop van de oorlog mentaal hebben geleden om de keuzes van hun ouders. “Voor hen was het niet gemakkelijk. Ze werden gepest door hun klasgenoten op school, maar ook door sommige onderwijzers. Veel van hen hebben zich afgevraagd waarom hun ouders deze keuze hadden gemaakt. Ze hebben er lang mee geworsteld.”

Kamp de Beetse

Op 11 april 1945 werd Ter Apel bevrijd. Spanninga vierde zijn achttiende verjaardag. “Het is mijn mooiste verjaardagscadeau ooit”, zegt hij zeventig jaar na dato. Na de oorlog trok hij weg uit Ter Apel, om er in 1986 weer terug te keren. De inwoner van het grensdorp maakte zich jarenlang sterk voor een blijvende herinnering aan Kamp de Beetse, het werkkamp dat tussen 1933 en 1948 een functie heeft gehad in Sellingerbeetse. Eerst als werkkamp voor de werklozen in het plan van Buiskool, inspecteur van de Centrale Werkverschaffing. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog diende Kamp de Beetse als buffer voor het concentratiekamp Westerbork. De Joden uit de streek werden er opgevangen, voordat ze op transport werden gezet. Na de oorlog werd Kamp de Beetse een kamp voor NSB’ers en collaborateurs. Het leverde Spanninga bijzondere contacten op. “Rob Ipenburg was een kind van NSB’ers die als kind in het kamp had gewoond. Hij komt elk jaar langs om die periode te herdenken. ‘Ik ben niet bevrijd, ik ben bezet’, vertelt hij dan.”

Het kamp is de plek waar Spanninga zich 25 jaar lang sterk voor maakte. Met Werkgroep Kamp de Beetse zorgde hij ervoor dat de plek behouden werd en dienst doet als herinneringscentrum voor het oorlogsverleden van Ter Apel en omstreken. Hij vertelt het verhaal vol vuur, ruim zeventig jaar na dato weet de hoogbejaarde Spanninga nog veel. “Ieder gebied heeft zijn oorlogsgeschiedenis”, zegt hij. “Deze unieke geschiedenis dient doorverteld te worden. Ik ben nog van de generatie die het heeft meegemaakt, straks zijn we er niet meer. Dan dient er zoveel mogelijk te zijn doorverteld aan volgende generaties.”

(Kader)

Deze weken is het zeventig jaar geleden dat Oost-Groningen is bevrijd. Groot Groningen is richting Bevrijdingsdag 5 mei op zoek naar verhalen over de bezetting en bevrijding, zoals Jaap Spanninga hier vertelt. U kunt hiervoor contact opnemen met de redactie via telefoonnnummer 050 – 406 5048 of door een mail te sturen naar grootgroningen@media-totaal.nl.

Sellingerbeetse Jaap Spanninga-2

Sellingerbeetse Jaap Spanninga-3

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in