GRONINGEN – Marjet Woldhuis neemt haar taak als raadslid voor Stadspartij Groningen erg serieus. Zo serieus, dat ze met eigen ogen wil zien of er misstanden zijn in de prostitutie aan de Bornholmstraat in Stad. Woldhuis gaat volgende week zaterdag een avond meelopen met het Leger des Heils.
“Als raadslid heb ik onder andere de portefeuille prostitutiebeleid in mijn beheer”, vertelt Woldhuis. “Ik wil met eigen ogen zien of er wel of geen misstanden zijn. Enkele weken geleden heb ik op eigen verzoek een avond meegelopen met het Leger des Heils in Nieuwstad, nu wil ik zien hoe het Leger des Heils de vrouwen aan de Bornholmstraat opvangt en verzorgt. Hier heb ik expliciet om gevraagd. Het college heeft het in haar akkoord over een stad met twee gezichten. Ik wil dat andere gezicht van de stad ook zien.”
De stad Groningen hanteert volgens Woldhuis het gedoogbeleid, maar schroomt ook niet om in te grijpen. Zo is prostitutie bij het A-kwartier in de Stad niet meer gelegaliseerd. Woldhuis is verder benieuwd of er eventuele misstanden zijn en verder ingrijpen noodzakelijk is. “De gemeente Groningen maakt daarnaast een bepaald bedrag vrij voor de zorg van de meiden die dit werk doen. Ik wil met eigen ogen zien of deze meiden wel voldoende zorg krijgen, of het budget wat daarvoor staat toereikend is.”
Afgelegen
Het raadslid van Stadspartij Groningen beseft dat het een heftige avond kan worden, waar ze dingen kan gaan zien die indruk maken. Ook de locatie speelt daarbij een rol. “Nieuwstad ligt centraal, middenin de Stad. Een plek waar je bij wijze van spreken overdag zo doorheen kunt fietsen. De tippelzone aan de Bornholmstraat is een ander verhaal. Dat is een afgelegen locatie, helemaal in de avond en nacht. Ik wil daarom op een zaterdagavond, wanneer er naar verwachting veel bezoekers zijn, kijken hoe het eraan toe gaat.”
Stadspartij Groningen hanteert volgens Woldhuis dan ook een helder standpunt. “We staan er hetzelfde in als de ChristenUnie”, legt ze uit. “Prostitutie zou in Groningen zoveel mogelijk beperkt moeten worden, het liefst verdwijnen. Verder zouden we de zorg voor deze meiden moeten optimaliseren.”