GRONINGEN – Kijk. Erwin van de Looi is echt geen domme jongen. Dick Lukkien ook niet, Marcel Groninger evenmin. Maar beste jongens: mag het allemaal wat simpeler?
Simon Kistemaker was vroeger heel duidelijk in zijn tactiek. ‘We kletsen er gewoon vol op en zien wel waar het schip strandt’. De trainers van FC Groningen daarentegen, doen aan hogere wiskunde. Hebben het over een vallende buitenspeler, een back die heel diep moet staan en een middenvelder die zich uit laat zakken. En: wat doet de back van de tegenstander als de linkerspits van de FC zich laat vallen. Dekt die door en laat ie de spits vrij? Met dit soort vraagstukken worstelen de heren Van de Looi, Lukkien en Groninger wekelijks. En elke week weer weten ze het antwoord wel. Zij hebben immers in Zeist geleerd aan de school voor hogere voetbalkunde. Het diploma staat bij het trio op de schoorsteenmantel.
Simon Kistemaker was vroeger heel duidelijk. Die gaf zijn verdedigers de opdracht om de spits die net iets teveel aan de bal kwam, af te zagen en in het oor te bijten. En de spelers deden het nog ook. Een groot contrast met de spelers van FC Groningen. Want het valt nu echt op: steeds weer zegt Van de Looi dat de bedoelingen vooraf anders waren dan dat ‘wij’ terugzien op het veld. Dat zou – het is maar een suggestie – aan de uitleg vooraf kunnen liggen.
De wiskundigen uit Groningen overschatten wellicht het denkvermogen van de selectie. Neem Lorenzo Burnet. Die beste jongen weet niet eens dat iemand anders kan zien dat je online op je telefoon bent. Hoe kun je dan van hem verwachten om door te dekken op de zwervende spits en toch ook vooral op het juiste moment te communiceren met de middenvelder die hem over moet nemen? Kan toch niet. Die arme jongen is blij als hij zijn veters in één keer kan strikken, drie kwartier voor aanvang van de wedstrijd.
Groningers willen werkvoetbal zien. Natuurlijk houdt men best van stylisten, maar die stylisten moeten dan wel heel erg goed zijn. Bovendien houden ze niet van terug. En dus ergeren ze zich kapot aan Rasmus Lindgren, de man die vrijwel alle ballen terugspeelt. En op zich is dat geen gekke gedachte van Rasmus, want alle ballen die hij voorwaarts speelt, komen overal terecht behalve op de juiste plek. Maikel Kieftenbeld pakt veel te veel kaarten. Dat is ergerlijk, maar juist dát wil het Groningse publiek zien. Kieftenbeld die op de helft van de tegenstander een speler keihard neer maait. Het liefst glijdend van achteren. Van die inzet geniet het Groningse publiek. Het zal ze een rotzorg zijn of de spits wel op het juiste moment aan de balkant is. Wiskunde was nooit het sterkte vak van de gemiddelde Groninger.
Simon Kistemaker redeneerde vaak simpel. Kampioen kon hij niet worden en de selectie was te sterk om te degraderen. Dus wat doe je dan: je biedt vertier. Amusement. Simon snapte het. En als zijn spelers het een keer echt niet konden, zorgde hij zelf wel voor amusement. Schold ie de scheidsrechter uit. Deed ie gek tegen het publiek. En iedereen genoot.
Wij moeten het doen met Erwin en Dick, die als vertegenwoordigers van Wolters Noordhof (wiskundeboeken) kijken naar iets dat niet om aan te zien is. Ze bewegen amper. Heel af en toe staat Erwin even op. Om zijn ongenoegen te uiten richting vierde man. Dat doet het altijd goed. Van de Looi zou het spel gewoon wat slimmer moeten spelen. Danny Hoesen na een half uur moeten wisselen bijvoorbeeld. Waarom? Omdat het publiek de spits uitkost. Het wisselen van Hoesen zou de trainer heel veel goodwill opleveren. En Hoesen? Die moet gewoon z’n best doen voor z’n bepaald niet misselijke salaris. Daar hoort een snelle wisselbeurt ook een keer bij. Moet ie maar beter z’n best doen.
FC Groningen moet het gewoon lekker simpel houden. Gewoon terug naar de basis. Voetballen voor het publiek. Oren afbijten van spitsen. Slidings van een meter of tien trainen en spelers verplichten om te lopen op ballen waarvan ze al lang weten dat ze die toch niet halen. Wij – het publiek dus – betalen ondermeer de salarissen van de spelers. Laat dan ook wat zien! Laat een back een back zijn. Uitzakkende middenvelders leveren geen applaus op. FC Groningen moet in de geest van Simon Kistemaker gaan spelen. Van Fritz (God hebbe zijn ziel). Geen boekhouders meer op de bank, maar trainers met rolfluitjes. Dát is wat we willen.
Begrepen?
Vincent Muskee