FC Groningen snoept PSV op karakter puntje af
GRONINGEN – Het ziet er allemaal niet eens zo slecht uit. Danny Hoesen heeft een aardige techniek, kan een bal vasthouden en is in de ruimte ook redelijk aanspeelbaar. De top-aankoop van FC Groningen kwam binnen met een hoog verwachtingspatroon, maar heeft dat tot dusver nimmer waar kunnen maken. Één schamel goaltje tegen AZ, véél te weinig voor een spits van een subtopper in de Eredivisie.
Toegegeven, Hoesen speelde tegen PSV helemaal niet zo slecht. De spits hield voldoende ballen vast, maakte zich vaak aanspeelbaar en werkte bij balverlies ook nog eens keihard. Dat is wel eens anders geweest, de Limburger speelde in het shirt van de FC ook vaak genoeg zijn wedstrijden anoniem mee. Tegen PSV was dat wel anders, want alhoewel de centrale verdedigers Jeffrey Bruma en Karim Rekik tegen Hoesen niet eens zo heel vaak in de problemen kwamen, hield de spits zich toch redelijk staande.
Er is echter één maar. Hoesen scoort niet. En dat is toch redelijk cruciaal voor een spits. De beste man straalt ook geen absolute gretigheid uit voor de goal, een enthousiasme wat een type als Michael de Leeuw wel kan opbrengen. De voormalig goaltjesdief van BV Veendam loopt altijd door, ook lijkt de bal onmogelijk. De 1-1 was bijvoorbeeld een typische goal voor ‘Loekie’. De snoeiharde voorzet van Mahi werd vol risico vallend ingekopt door De Leeuw, onverschrokken als hij is. Die karaktereigenschap mist Hoesen. Het ziet er namelijk te netjes uit af en toe. En Hoesen deed tegen PSV ook wat het publiek graag ziet, maar wat zijn scherpte niet ten goede komt. Hij ‘overcompenseert’, oftewel, hij stopt teveel energie in het werken en ballen heroveren en dat gaat ten kosten van de scherpte voor het doel. De spits miste namelijk na amper tien minuten spelen een dot van een kans, een spits weet dat die bal moet ‘hangen’. Daarna begon het harde werken, met als gevolg dat Hoesen geen scherpe loopactie meer in petto had toen Hiariej hem halverwege de eerste helft wilde wegsteken en Chery in het tweede bedrijf hetzelfde probeerde. Gevolg: weg gevaarlijk moment.
Het is de grote spanningsboog voor een spits. Wanneer doe ik teveel en wanneer leg ik teveel energie in een wedstrijd? Toen Romario arriveerde bij Barcelona liep hij de eerste weken ook de plaggen uit de grond voor zijn trainer Johan Cruijff. De Braziliaanse vedette vroeg na verloop van tijd aan Cruijf wat hij ervan vond, in de hoop een compliment te ontvangen voor al zijn arbeid. De trainer Cruijff vroeg aan Romario of hij gek geworden was. Een spits moet scoren, dat is wat telt, zo luidde de filosofie van Cruijff.
Er is echter één probleem. Romario was een goaltjesdief pur sang en dat is Hoesen bepaald niet. Zijn statistieken zijn niet indrukwekkend als spits. Er is echter nog hoop. Robin van Persie is ook een ‘gemaakte’ spits en leerde het vak ‘scoren’ ook. Wanneer Hoesen zich vanaf nu focust op zijn loopacties en de ‘vallende’ bal voor het doel, moeten de kansen vanzelf komen. En wanneer er kansen zijn, volgen de doelpunten ook.