Elke week komen er in de media diverse columns voorbij. De ene column is luchtig en humoristisch, de andere met een boodschap. Rosa, Daniel Lohues, Kees Steketee, Eric Hulsegge en Henk Mulder lees ik wekelijks. Ik vind het vaak knap hoe de schrijver zijn of haar verhaal kan opbouwen met aan het slot een rake opmerking. Elke week een nieuw onderwerp bedenken lijkt mij ook eigenlijk wel lastig. Nu ik zelf de gelegenheid krijg om iets in dit blad te schrijven blijkt dat er heel veel onderwerpen zijn waarover iets te schrijven valt en moet er een keuze worden gemaakt. Ik begin met een reactie op een column van Wiebe Klijnstra op facebook. Hierin schrijft hij over de gewijzigde plannen van de provincie met betrekking tot de woningbouw in de Blauwe Stad. Interessanter zijn dan nog weer de vele reacties op dit artikel. Zoveel reacties, zoveel meningen. Eén iemand gaat zelfs zo ver dat hij uit principe dit mooie gebied niet gaat bezoeken. De grens is getrokken…maar dan, hoe verder? Een blokkade irriteert, frustreert en maakt boos. In veel columns wordt terug gekeken hoe het vroeger was en een vergelijk gemaakt met het heden,al dan niet regio gebonden. Na de aanslagen in Parijs voelen ook de joden in ons land zich bedreigd. Als geboren Mokumer en getogen Sodommer heb ik sympathie voor dit volk. Ik ben daarin als Winschoter volgens mij niet de enige als ik refereer aan de grote belangstelling afgelopen zomer voor de tentoonstelling ‘Getuigen langs het spoor’, in het stationsgebouw in Winschoten. Ook de jaarlijkse herdenkingen bij het Joods monument en begraafplaats kunnen op een warme belangstelling rekenen. In het taalgebruik van menig oudere Winschoter zitten nog veel joodse woorden verweven. Daniel Lohues had het vorige week ook nog ongemerkt(?) over een geinponem. Eigenlijk is het jammer dat we aan dat taalgebruik niet meer aandacht besteden. Langzaamaan zal dit gaan verdwijnen. Naast de taal waren de joden natuurlijk ook echte sjacheraars (in de goede zin) en ondernemers. Mede om die reden was Winschoten een welvarend stadje. Winkels en fabrieken van Joodse eigenaren zorgden voor werkgelegenheid en welvaart. Op dit moment zien we in Winschoten en Oldambt diverse activiteiten en initiatieven om de stad weer te laten bloeien. Wel af en toe met een stevige discussie of een klein relletje natuurlijk, maar er gebeurt iets. Hulde aan de ondernemers en verantwoordelijke politici met sjoege. Je zou de betrokkenen nog meer Joods bravoure toewensen en het komt helemaal goed. Een goede gabber van mij zegt vaak: “ t komt aal goud” en vaak komt het nog uit ook. In diepere zin ben ik het met die uitspraak eens maar het komt niet vanzelf. We moeten er iets voor doen. Dat zien we nu in Sodom (en Blauwe Stad) en daar mogen we trots op zijn. Wanneer je eens in Auschwitz bent geweest of de herdenking op 27 januari jl. op tv hebt gezien, kun je je niet voorstellen dat we in deze tijd, als weldenkende mensen, accepteren dat deze Joodse landgenoten zich opnieuw bedreigd voelen. Ik zou ze opnieuw welkom willen heten in het veilige Oldambt, net als in de vorige eeuw. De grens is getrokken en nu verder. Niet accepteren dat burgers zich bedreigd voelen maar blijven leren uit het verleden. Te beginnen met dit artikel.