Herinrichting centrum Winschoten is voorbeeld voor Knoalsters
STADSKANAAL – Het winkelcentrum in Stadskanaal zal qua fysieke oppervlakte naar verwachting met twintig procent moeten krimpen in de komende vijf jaar. Dat is de stelling van Klaas Jan Havinga, voorzitter van de Algemene Handelsvereniging/Centrumwinkeliers Stadskanaal. Volgens de preses dienen verschillende partijen na te denken over de toekomst van het Knoalster winkelcentrum, dat volgens Havinga een stevige impuls kan gebruiken. De belangengroepering voor ondernemers is hierover in gesprek met het college van de gemeente Stadskanaal.
Havinga baseert zich met zijn krimpvoorspelling qua winkeloppervlakte op het onderzoek van adviesbureau Booz & Company, dat stelt dat er op termijn ruim zeventien procent fysieke winkeloppervlakte over is in Nederland. Aangezien de krimpopgave in Oost-Groningen net iets groter is, verwacht Havinga dat het centrum in Stadskanaal een ombuiging zal moeten maken. “Er is teveel vierkante meter winkeloppervlakte”, legt Havinga uit. “De leegstand in Stadskanaal is niet dramatisch, maar winkels staan wel te lang leeg. De komende vijf jaar zal twintig tot vijfentwintig procent van het totale winkeloppervlakte ingeleverd moeten worden.” De voorzitter van de Algemene Handelsvereniging/ Centrumwinkeliers Stadskanaal denkt ook te weten hoe dat zal moeten gebeuren in Stadskanaal. In Winschoten en Delfzijl is er door de provincie Groningen geïnvesteerd om bijvoorbeeld het winkelcentrum compacter te maken. De Winschoter ondernemers worden in dat plan gestimuleerd te verhuizen en bij een aantal panden is de bestemming winkelpand er vanaf gehaald. Ook wordt er gesloopt om een overschot aan panden tegen te gaan.
Verschillende belanghebbenden
Weliswaar is de opdracht in Winschoten veel groter dan in Stadskanaal, toch denkt Havinga dat een soortgelijk concept Stadskanaal ook vooruit moet gaan helpen. “Het zal hier niet zo ingrijpend gebeuren als in Winschoten, maar ik denk dat ook hier soortgelijke maatregelen nodig zijn om het winkelcentrum in Stadskanaal aantrekkelijk te houden”, stelt Havinga. “Hierover zijn we met verschillende belanghebbenden, zoals de gemeente, vastgoedeigenaren, winkeliers en de banken in gesprek.” Het vergt volgens Havinga nogal wat tijd om een dergelijke transitie tot stand te brengen. “Het kernwinkelgebied is in Stadskanaal tussen de Beneluxlaan en het Europaplein gevestigd. Dat gebied is eigenlijk te groot. Je zou winkeliers die momenteel aan de rand van dat gebied gevestigd zijn kunnen stimuleren te verhuizen naar een meer centrale locatie. Bij de ene winkelier kan dat misschien zo geregeld worden, bij de andere duiken er misschien wat problemen op. Daarvoor zou er een compensatie kunnen komen.”
Havinga’s betoog sluit in dat opzicht aan op het standpunt van demissionair gedeputeerde William Moorlag (PvdA) van de provincie Groningen, die voorafgaand aan de verkiezingen stelde dat na Winschoten nu de centra van Veendam en Stadskanaal op investeringen kunnen rekenen. Havinga is blij met dat politieke signaal, maar wil er niet teveel aan ophangen. De voorzitter beseft dat Stadskanaal daarin afhankelijk is van de politieke keuzes van een nieuw te vormen college, het proces waar momenteel aan gewerkt wordt. Bij dat proces voor de herinrichting van het centrum zijn ettelijke miljoenen euro’s gemoeid. “We zijn momenteel in overleg met de gemeente Stadskanaal om tot een visie te komen”, legt Havinga uit. “Het is wachten op de rapportage van de schouw, die onlangs heeft plaatsgevonden. Voor de zomer verwacht ik dat er helderheid komt over de toekomst van centrum Stadskanaal.”