Home Actueel Patiënten met hartritmestoornissen veiliger behandeld met ander medicijn

Patiënten met hartritmestoornissen veiliger behandeld met ander medicijn

0
Patiënten met hartritmestoornissen veiliger behandeld met ander medicijn

Martini-Ziekenhuis-HoofdingangGRONINGEN- Uit onderzoek van cardioloog dr. Robert Tieleman en arts-assistent Jennie Korenstra van het Martini Ziekenhuis Groningen blijkt dat patiënten met de hartritmestoornis boezemfibrilleren veiliger behandeld kunnen worden met het medicijn dabigatran dan het medicijn acenocoumarol. Deze bevinding bevestigt de uitkomsten van eerder internationaal medisch wetenschappelijk onderzoek, en kan van belang zijn voor de circa 300.000 patiënten die in Nederland behandeld worden met antistollingsmedicatie voor deze ritmestoornis. Het onderzoek is deze week gepubliceerd in ‘Europace’, een vakblad van de European Society of Cardiology.

Patiënten met de hartritmestoornis boezemfibrilleren hebben als gevolg van stolselvorming in het hart een vergrote kans op een beroerte en moeten daarom een antistollingsmedicijn gebruiken. Voor het onderzoek werd bij deze patiënten de effectiviteit en veiligheid van de bloedverdunner dabigatran (Pradaxa®) vergeleken met de nu veel voorgeschreven bloedverdunner acenocoumarol (Sintrom®).

In totaal evalueerden Tieleman en Korenstra 958 patiënten die in de periode 2010-2012 in het Martini Ziekenhuis zijn gestart met een van beide antistollingsmiddelen. Daarbij bleek dat de kans op bloedingen in de dabigatran-groep 55% kleiner was dan in de acenocoumarol-groep. Er was geen verschil tussen beide groepen in het optreden van een beroerte of systemische embolie. Hieruit kan worden geconcludeerd dat in de dagelijkse praktijk dabigatran bij patiënten met boezemfibrilleren een even effectief maar veiliger medicijn is dan acenocoumarol.

Vragen van patiënten

Publicaties in de vakliteratuur, de consumentenpers en vragen in de Tweede Kamer over het antistollingsmiddel dabigatran hebben veel patiënten ongerust gemaakt over de veiligheid. Het middel zou een overmaat aan bloedingen veroorzaken. De resultaten van het huidige Nederlandse onderzoek zijn echter geruststellend. Beide middelen zijn effectief: ze reduceren de kans op een beroerte tot 1,0% (acenocoumarol) en 0,7% (dabigatran) per jaar. Het huidige onderzoek toont verder aan dat patiënten die behandeld worden met acenocoumarol een kans van 4,3% per jaar op een grote bloeding hebben.  dabigatran reduceert dat tot 2,1% per jaar. Ook na statistische correctie voor verschillende risicofactoren bleek dabigatran het risico op een grote bloeding te reduceren met 55%. Daarbij komt dat patiënten die dabigatran slikken niet meer door de Trombosedienst gecontroleerd hoeven te worden.

Verder was het  voor veel voorschrijvers en gebruikers een theoretisch nadeel dat de antistollingswerking van dabigatran niet snel gecoupeerd kon worden. Hoewel hiervan geen nadelig effect op de uitkomst van een bloeding is aangetoond, is sinds begin van dit jaar het specifieke antidotum idarucizumab geregistreerd. Hiermee kan in spoedeisende situaties de antistollingsactiviteit van dabigatran binnen 5 minuten geheel geneutraliseerd worden.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in