De Tour de France bestaat al dik honderd jaar – anno 1903 – maar nog altijd ontbreekt Groningen in de legenda van de vaderlandse Tourhistorie. Als enige provincie schittert het door afwezigheid op de erelijst van Nederlandse etappewinnaars. Ooit zal ook dit gat worden gedicht, daarvoor brengt Groningen de laatste jaren genoeg wielerpotentie voort. Misschien dit jaar al wel, want met Bauke Mollema en Tom Jelte Slagter hebben ‘wij’ andermaal twee bovenmodale ijzers in het vuur.
Voordat u nu al een rondje juichend door de kamer gaat lopen, wacht daar nog even mee. Want een rit winnen in de Tour is geen sinecure. Er staat nog 196 andere coureurs aan de start en daarvan heeft driekwart, als alles meezit, ook een gloriedag in de benen. Er is nog een complicerende factor die winnen moeilijk maakt: de kansen liggen niet voor het grijpen. Daarvoor zijn er bijvoorbeeld te veel sprintetappes. Is niks voor ons Groninger duo, net zo min als tijdritten. Dat maakt de spoeling al behoorlijk dunner.
Dat is één van de redenen dat zowel Mollema als Slagter niet vaak op erepodia te zien zijn. Hun overwinningen zijn op de vingers van twee handen te tellen. Beiden staan, qua zegelijst, op zes profkoersen in lijn. Daar mag nog een triomf bij worden opgeteld, want ze hebben beiden ook nog het eindklassement van een etappewedstrijd op hun naam geschreven. Mollema de Tour of Alberta (Canada) en Slagter de Tour Down Under in Australië.
Qua moyenne scoort Slagter beter, want hij heeft er krap vijf jaar over gedaan, terwijl Mollema al acht jaar zijn brood verdient met fietsen. Niet alleen brood trouwens, maar ook nog eens zeer royaal belegd. Hij heeft vanuit Zuidhorn het wielerfirmament bereikt, want hij behoort tot de best betaalde renners van het mondiale peloton. Zijn salaris bij Trek Factory wordt geschat op ruim acht ton per jaar, exclusief premies en dergelijke. Om daar belastingtechnisch zo veel mogelijk van te profiteren heeft hij, met vrouw en twee kinderen, zijn intrek genomen in Monaco. Weliswaar ben je voor een stulpje daar al gauw minimaal 60.000 euro per jaar kwijt, maar per saldo wordt in het mondaine vorstendom zijn bankrekening toch beter gespekt. En, zoals Mollema aangaf als reden voor de verhuizing Leeuwarden-Monaco, je kunt er beter trainen.
Tom Jelte Slagter verkaste enkele jaren geleden van Slochteren naar Nijbeets. Minder ver weg, maar een zeker zo fraaie huisvesting. En, niet te vergeten, ook een beminnende partner. Vergeleken met Mollema staat Slagter bij het Cannondale Cycling Team minder hoog op de financiële ladder, maar voor zijn traktement daar – naar schatting een kwart miljoen – zou zeker zeventig procent van het professionele peloton blind tekenen.
Slagter dankt deze welvaart aan zijn prestaties in zijn eerste profjaren. In 2013 verbaasde hij de fietsende goegemeente door in Australië de Tour Down Under naar zijn hand te zetten, terwijl hij het jaar daarop twee keer uithaalde in Parijs-Nice. Hij leek deze prestigieuze Koers naar de Zon zelfs te gaan winnen, tot dat domme pech hem uiteindelijk op plek vijf deed belanden. Maar zijn naam was wel gevestigd en dat betaalt zich tot op de dag van vandaag uit.
Maar, zoals het in de sport altijd gaat, wisselen goede en slechte tijden elkaar af. Slagter zit, nadat hij in dienst is getreden van de groene brigade, een beetje in de min. Hij heeft de laatste twee jaren zijn veelbelovende start niet kunnen uitbouwen met meer aansprekende zeges. Afgelopen jaar bleef het bij twee ritzeges in de door Mollema gewonnen Tour of Alberta, dit jaar is het tot dusver gebleven bij een bloementuil in de Franse tweedaagse Tour du Haut Var. Aan alertheid mankeert het hem niet, wel aan de nodige inhoud. Veelvuldig is hij in de préfinales van de partij aan het front, maar écht meedoen om de hoofdprijs lukt hem maar niet. Kortom, hij staat stil in zijn ontwikkeling. Te weinig trainingsarbeid en dus beroepsernst, zou een voor de hand liggende verklaring kunnen zijn.
Maar misschien kan hij die kritische noten in de nakende Tour kraken en de neergaande spiraal ombuigen, al was het alleen maar om zijn marktwaarde te bevestigen. Weliswaar loopt zijn contract met de Amerikaanse ploeg nog een jaar door, als het verwachte rendement uitblijft zal er gaandeweg toch met scheve ogen naar hem worden gekeken. Amerikaanse bazen willen immers maar één ding: winnaars zien. Die van Cannondale worden echter vooral geconfronteerd met tegenvallers. Niet alleen Tom Jelte Slagter komt niet uit de verf, ook kopman Andrew Talansky kan de (hoge) verwachtingen niet waarmaken. De Tour is het ideale podium om in één klap alle scepsis weg te spoelen.
Echter, zoals gezegd, veel kansen krijgt Slagter niet. Niet alleen de sprintetappes en de tijdritten zijn niet aan hem besteed, ook voor de strijd in het hooggebergte zal hij moeten passen. Wat overblijft zijn de zogenaamde overgangsetappes, op sterk geaccidenteerd terrein. Zeker als het klassement in een plooi ligt, heeft hij de potentie een rit te kapen. Dat heeft hij in Parijs-Nice bewezen.
Goed beschouwd heeft Tom Jelte Slagter meer kans geschiedenis te schrijven als eerste Groninger Tourwinnaar dan Bauke Mollema. De import-Monegask focust zich volledig op het algemeen klassement en gaat dus vooral voor regelmaat. Daarmee parkeert hij zich vooral op de twee rij, want met toppers als Contador, Froome en Quintana kan hij niet wedijveren. Als zij serieus op de palen staan, is Mollema, als het stevig bergop gaat, veroordeeld tot aanklampen. Dat kan hij overigens als de beste. Mentaal is hij niet snel te breken en dat betaalt zich uit in eervolle top-10 plaatsen bij de laatste drie afrekeningen in Parijs. Daar wordt door de buitenwacht nogal eens laatdunkend over gedaan, maar daarmee worden de prestaties van Mollema geen recht gedaan.
Maar ook Mollema heeft Amerikaanse bazen en die hebben inmiddels wel geschoten dat Mollema hun firma geen Tourzege zal schenken. Daarom hebben zij ook Contador een aanzoek gedaan om het kopmanschap bij Trek op zich te nemen. De Spanjaard komt vrij omdat de Russische multimiljonair Tinkoff zijn speeltje (een dure wielerploeg) zat is. Worden deze onderhandelingen succesvol afgerond, dan zal Mollema bij Trek een stap(je) terug moeten in de hiërarchie. De Groninger kan daar overigens wel mee leven, getuige het feit dat hij ook druk doende is met contractverlenging bij Trek.
Voor de komende Tour is door kenners geopperd dat Bauke Mollema er eens goed aan zou doen als hij het klassement liet lopen en zich te richten op een dagsucces. Die keuze heeft hij echter niet. Hij wordt betaald als kopman en heeft als voornaamste missie zo hoog mogelijk te eindigen op de Champs Elysées. Daar is zijn hele jaarprogramma op afgesteld. En wie weet, als er op papier betere renners om wat voor reden dan ook onderweg afhaken (pech, blessures), dan is het niet uitgesloten dat Mollema zijn beste klassering ooit (zesde in 2013) nog eens kan verbeteren.
Waarbij aangetekend dat Mollema, net als Slagter, de laatste jaren geen wezenlijke progressie meer toont terwijl hij als 29-jarige toch in zijn beste wielerjaren zit. Begin dit jaar meldde hij dat hij de lange(re) klauterpartijen beter verteert, maar dat heeft zich nog niet geopenbaard in de praktijk.
In feite zitten Mollema en Slagter dus in hetzelfde schuitje. Ze naderen een identieke afslag: de ene (beste) kant op betekent prolongatie van hun status, de andere (slechtste) inleveren van euro’s. Immers, een kopman die niet wint, wordt niet begeerd. Van alle kopmannen van de grote ploegen (waar Trek onmiskenbaar bij hoort) is Mollema één van de meest kleurloze, goed beschouwd niet passend bij de statuur van een ploeg als Trek.
Mollema gaat, althans in de media, niet gebukt onder zijn geringe scorend vermogen en ziet een langer verblijf bij de witte brigade wel zitten. Want ook als mogelijke schaduwkopman – indien Contador de Trekgelederen daadwerkelijk komt versterken – en zelfs als superknecht is zijn financiële toekomst wel verzekerd. De verhuiswagen hoeft in Monaco voorlopig niet voor te rijden.
Door: Dick Heuvelman