LEEK – Als het een beetje meezit, hebben de leegstaande winkelpanden in het centrum van Leek nog voor het einde van het jaar een nieuwe invulling. Dat is de voorzichtige voorspelling van centrummanager Marjan Klooster. Nu nog staan er zes panden leeg in het Leekster centrum. De afgelopen maand meldden zich verschillende enthousiaste ondernemers die het zien zitten om iets in één van de panden te starten. De campagne ‘Winkelen in Leek’, die Klooster in april samen met een aantal andere partijen startte om meer ondernemers naar Leek te krijgen werpt z’n vruchten af. En dat ziet de gemeente Leek ook. Zij stoppen 15.000 euro in de pot van het centrummanagement, zo werd bekend gemaakt tijdens de laatste raadsvergadering.
Het concept is uniek, de samenwerking ook. Winkelen in Leek (de naam van de stuurgroep) maakte een ‘witte vlekkenplan’ waarbij gekeken is naar welke winkels Leek behoefte heeft. En daar worden vervolgens ondernemers bij gezocht. Winkelen in Leek werkt daarbij samen met de bestaande winkeliers, de gemeente Leek, Gebiedscoöperatie Westerkwartier, vastgoedeigenaren en de Rabobank. Zij hebben allemaal hetzelfde doel: meewerken aan een vliegende start van een nieuwe ondernemer in Leek. “We hebben eerst goed gekeken naar welke winkelconcepten er al zijn. Want de één in het zadel helpen en de ander eruit wippen is natuurlijk niet de bedoeling. Op dit moment zijn we met 8 partijen in gesprek waarvan er 2 concreet zijn. We hebben iemand gevonden die een wijnwinkel wil beginnen en twee dames die een zaak in beenmode willen starten. Ook is er animo voor een boekhandel en een taartenwinkel. Een geweldige ontwikkeling.” En dan te bedenken dat Leek vorig jaar nog kampte met een leegstand van 7 procent. Volgens Klooster is het succes te danken aan samenwerking. “Overal waar ondernemers aankloppen met ideeën krijgen ze hetzelfde verhaal te horen: je bent hartstikke welkom! En we vertellen dat ze er niet alleen voor staan. Dat er collega’s zijn die meedenken, waarbij je terecht kunt voor adviezen. Ook voor wat betreft de financiering is er van alles mogelijk. De Rabobank is partner van het project en we hebben natuurlijk Kredietunie Westerkwartier. Die zijn bereid best ver te gaan. Voorwaarde is wel dat het levensvatbaar moet zijn. Aan een plan dat bij voorbaat aan het infuus ligt hebben we niets.”
Nog een ambitieus plan van Winkelen in Leek: een hoogwaardig winkelconcept waar onder andere lokale producten te koop zijn. Geen winkel van sinkel met een kratje van dit of dat, nee een zaak met allure ziet Klooster voor zich. Een Loods 5-achtig concept. Perfect geschikt voor één van de grotere leegstaande panden volgens Klooster. Het pand van Schuiling, of die van de voormalige Maxx noemt de centrummanager als voorbeelden. “We zien een winkel waar consumenten lokale producten kan kopen. Dan moet je denken aan boeren uit de omgeving die hun appels via deze winkel rechtstreeks aan de klant verkopen. Van het land naar de klant. Iedere ondernemer, huurt net als bij het Loods5-concept, een stuk schapruimte. We zijn er al behoorlijk ver mee. De Gebiedscoöperatie Westerkwartier beschikt al over een aardige lijst met lokale boeren die op zoek zijn naar een afzetpunt voor hun producten. Aan de andere kant willen we er ook spullen verkopen van lokale ondernemers die minder goed in hun eigen assortiment passen. Dat kan echt van alles zijn. Hoogwaardig, dat is het uitgangspunt. Ondernemers huren ruimte om hun waar te verkopen, ze hoeven zelf niet in de winkel te staan. Een zaak gedragen door verschillende lokale ondernemers. Daarvoor zijn we op zoek naar een ondernemer die het totaalconcept bewaakt. Die moet te vinden zijn. Want het concept is zó gaaf: je hebt geen inkoop en je betaalt geen huur. Het enige dat je moet doen is het concept bewaken. Hoe mooi wil je het hebben?”
De politiek in Leek is zó enthousiast over het succes, dat ze opperden om –onder leiding van Klooster- eventueel ook centrummanagement in te zetten voor buurtdorpen als Zevenhuizen en Tolbert. Klooster voelt zich geëerd, maar vindt dat zoiets uit de dorpen zelf moet komen. “Niemand vindt het leuk iets opgedrongen te krijgen door iemand die ze niet kennen. Zonder draagvlak werkt het niet. Bovendien moet je eerst naar de problematiek van een dorp kijken. In Zevenhuizen ligt dat wellicht op heel ander gebied. Daar zou je misschien meer naar leefbaarheid moeten kijken. Maar nogmaals: iedereen moet erachter staan. Dat geeft een positief gevoel!”