Ben op Texel. Maar liefst vier weken. Achtentwintig dagen niet in Groningen. Daarom voor een keer niet Op stap in stad maar Op stap op Texel, het langste, 25 kilometer, en breedste, 8 kilometer, wadden-eiland van ons land. Op Texel heb je veel, dus ook voetbalclubs. SV De Koog lees ik onderweg op mijn dagelijkse fietstocht van 30 kilometer of meer. SV staat voor Sport Vereniging en De Koog is een belangrijk dorp op het eiland. Met zelfs een heuse winkelstraat. Trouwens, in de kantine van SV De Koog is op elke maandagavond bingo. Begint om 8 uur. Eigenlijk ben ik op zoek naar Johnnie Rep, die sinds hij ouder wordt liever John genoemd wil worden. De oud-Nederlands elftalspeler is jarenlang trainer op Texel geweest en elke eilandbewoner die van voetbal houdt, is ook gek op John Rep. Net als ikzelf is de in het Noord Hollandse Jisp geboren voetballer stapelgek op Texel, dus de kans is aanwezig dat ik hem op het eiland zal tegenkomen. Ik gok in eerste instantie op de omgeving van het sportpark en dan vooral op de kantine, omdat Rep nu eenmaal niet vies is van een wijntje.
Onderweg zie ik bij een garage een Citroën GSA uit 1982 staan. Heden ten dage moet een auto veertig jaar oud zijn om voor belastingvrij rijden in aanmerking te komen, deze Franse voiture is hier helaas dus nog vijf jaar te jong voor. De eigenaar van de garage, voorheen blijkt het een echte Citroën dealer te zijn geweest, heet Rob en hij heeft haast omdat hij op die dag nog een auto uit Duitsland moet halen. We spreken een week later af, want diep in mijn hart wil ik de auto wel meenemen naar Stad. Rob vraagt in eerste instantie €1.500,00 voor de auto, maar ik als Citroën liefhebber vind dat het met €500,00 wel is betaald. De laatste twee auto’s van mijn vader waren beide een GSA, een lichtrode en een donkerrode, respectievelijk uit 1983 en 1984, deze is wit van kleur. Wordt vervolgd. Trouwens, er staat aan het begin van het eiland ook nog een Amerikaanse Chrysler te koop voor €2.500,00. Moet ik ook nog maar even bij langs fietsen. Zal Maarten van Rossem ook op Texel zijn? De mogelijkheid is daar, want ook Van Rossem is een adept van het eiland. Om hem te ontmoeten zal ik moeten zoeken ergens langs de immens lange duinenrij. Zoeken naar Maarten, het zou de titel van een spannend jongensboek kunnen zijn. Richting het dorpje De Waal passeer ik een twintigtal klakkeloos in het landschap neergezette stacaravans. In een van de aan de weg staande verblijven zie ik in het voorbij gaan een mij bekend voorkomende dame op leeftijd in haar voortuintje zitten te schilderen. Ik herken de vrouw aan de bloemen in het haar. Het is de bekende schilderes Maya Wildevuur. Midden tussen de uitgestrekte velden van Texel laat zij haar penselen het werk doen. Een mooi gezicht is het om de in Midwolda woonachtige schilderes hier bezig te zien met haar passie en tevens is het maar weer een bewijs hoe klein de wereld is. Want wie verwacht nou bij vertrek een schilderende Maya Wildevuur aan te treffen op weg naar het pittoreske dorpje De Waal? Niemand toch. Theun de Winter wil ik zeker nog spreken. De dichter/tekstschrijver met zijn Texelse ezeltjes, die hij zelf verzorgt, is bijna een geboren Texelaar. Geboren in 1944 in Badhoevedorp, in januari 1945 verhuisd naar Texel. Daarna gestudeerd in Amsterdam, veel later de terugkeer naar zijn geliefde eiland. Theun wil nooit meer terug naar Amsterdam. Misschien moet ik daar ook maar eens over gaan nadenken. Weg uut Grunnen, wonen op Texel. Het klinkt raar, zeker voor iemand die zijn hele leven al is verbonden met de stad, maar als Theun het kan, waarom ik dan niet? Koop ik een huisje in het rustieke dorpje Den Hoorn, vlakbij De Boekenschuur en de fietsenmaker die schapenwollen zadeldekjes verkoopt, en niet te vergeten bij het sterrenrestaurant Bij Jef, die mij vorig jaar nog op het terras begroette met een zalige Oostenrijkse wijn en een amuse van ansjovis op een stukje eigengemaakte pure chocolade. Die Jef mensen, die kan pas koken. Jef in Den Hoorn als buurman, het kon minder. Martin en Gea uit Groningen hebben al jaren een huis in De Cocksdorp, helemaal op het einde van het eiland, bij de Vuurtoren en het brede strand en daar waar de boot naar Vlieland vertrekt. Helaas is het echtpaar deze maand niet op Texel. Druk met de verbouwing van hun huis boven restaurant Brussels Lof, waar Gea de ideale gastvrouw is en Martin al een slordige twintig jaar de heerlijkste vegetarisch- en visgerechten bereid. In het theater in dezelfde straat waar restaurant Bij Jef zetelt, treedt zo nu en dan Jochem Myer op. De liefde van deze succesvolle cabaretier voor Texel is immens groot en als het maar even kan is hij dan ook met zijn gezin op het eiland te vinden. Jochem Myer is een fervent visser. Zelf vis ik ook, maar dan niet in zee, maar vanaf een terras met een glas witte wijn met ijsblokjes in de ene hand en in de andere de hengel, een Clipper 500, van mijn vader van veertig jaar oud. En ik moet zeggen, het gaat steeds beter. De worm heb ik als aas al tijden afgeschaft, ik vis met deeg, dat ik koop bij hengelsportzaak Titus Blom, al 95 jaar het adres voor uw dobbers, snoertjes en haakjes en natuurlijk voor het o zo broodnodige deeg, dat gemaakt is door een heuse viskenner annex visexpert uit Leek. Deeg uit het Westerkwartier, dat moet toch goed zijn! En dat is het, want als ik in vorm ben vang ik in een uur zomaar 15 voorntjes. En heel soms zelfs een dikke voorn of een nog grotere blei. Ik krijg er dan ook steeds meer lol in en vooral ook meer slag van. Stukje deeg, klein haakje, even aantikken zoals de échte visser het noemt, haakje verwijderen uit het lipje en visje weer ongeschonden terug zetten in het water. Zo hoort vissen volgens mij. En hier en over nog veel meer wil ik het op Texel met Jochem hebben, maar net als Theun de Winter, John Rep en Maarten van Rossem is de cabaretier voorlopig even niet te traceren. Ook schrijver, dichter, columnist, zanger en gitarist Nico Dijkshoorn ontwaar ik niet. Via zijn boek Alles & Niets kom ik trouwens wel te weten dat Texel door de reisgids Lonely Planet gekozen is tot een van de prettigste bestemmingen in Europa. Bij Paal 17, volgens de Duitsers, die ook deze maand weer in grote getale aanwezig zijn, het beste strandpaviljoen van Nederland, bestel ik een Texels biertje en een schaaltje gefrituurde inktvisjes en laat verder de zon zijn werk doen. Ik zie de Rotterdamse tv-kok Herman den Blijker en organisator, jurylid en DJ Ronald Molendijk zich vermaken op de zondagse lounge at the beach of Paal 17 en neem nog maar een biertje. Het leven is goed op Texel en de zoveelste keuze die ik in mijn leven moet maken zal daarom zeker niet de makkelijkste zijn. Een appartementje in hartje Stad of een schipperswoninkje in het schilderachtige dorpje Den Hoorn op Texel? U mag het zeggen, maar godzijdank zal ikzelf de keuze maken. Hoe dan ook, u krijgt de groeten vanaf een bijna altijd zonnig eiland.
Piet van Dijken.