WINSUM – Motorclub Delfcross moest vechten voor het behoud van hun crossbaan. Nadat de Hoge Raad groen licht gaf voor het voortbestaan van de baan sloeg het bestuur spijkers met koppen. Het complex kreeg een complete facelift. Nu zet Delfcross ook in op duurzaamheid.
Het vechten voor de motorclub leverde ook mooie dingen op. Bestuurslid Pepijn de Haan: “De neuzen van bestuur en vrijwilligers staan nu allemaal dezelfde kant op. En het mooie is: na de uitspraak dat onze crossbaan niet vervuild is en we hier dus mochten blijven konden we ook rekenen op de hulp en steun van de gemeente Delfzijl.”
Ook sponsoren staken de club een helpende hand toe. Delfcross kreeg oude units van Heuvelman, die door vrijwilligers met veel liefde werden omgetoverd tot een prachtige kantine met veranda. Ook werden schoonmaakfaciliteiten gerealiseerd voor de crossers en hun motoren. “Door de handen ineen te slaan hebben we dit heel snel voor elkaar gekregen.”
Nieuwe buren zorgen letterlijk voor energie
Na de nieuwe kantine kwamen er nieuwe buren op het terrein: motorclub Black Sheep. De Haan: “Daar hebben we een goede verstandhouding mee”. Leuke bijkomstigheid was dat de gemeente verplicht is om elektriciteit aan te leggen als een perceel twee ‘bewoners’ heeft. “Hiervoor hadden we alleen een aggregaat. Dat hield ook in dat de diepvriesproducten elke keer van en naar het terrein gesleept moesten worden. Dit is echt een enorme vooruitgang.”
De elektriciteitskosten worden gedekt door de zonnepanelen, die dankzij een bijdrage van het NAM Leefbaarheid- en Duurzaamheidprogramma op het dak van de veranda geplaatst werden. De zonnepanelen wekken zelfs voldoende elektriciteit op om een elektrisch baansproeisysteem te installeren, zodat de crossbaan altijd perfect geprepareerd is. De Haan: “Ons terrein beslaat zo’n 6 hectare, dus alle technologie die het werk onze vrijwilligers vergemakkelijkt is welkom. En dankzij de zonnepanelen is het nog duurzaam ook.”