GRONINGEN/STADSKANAAL – Zowel de ChristenUnie in Provinciale Staten (PS) als de fractie in de gemeente Stadskanaal hebben vragen gesteld aan hun college over een mogelijk voornemen om radioactief kernafval te bergen in lege zoutkoepels in Noord-Nederland. Aanleiding voor de vragen is een rapport van het documentatie- en onderzoekscentrum kernenergie (LAKA). Dit rapport stelt dat de zoutkoepels in Noord-Nederland de belangrijkste kandidaten voor eindberging zijn en blijven. Dit is tegen de zin van de fractievoorzitters Stieneke van der Graaf (PS) en Bert van Beek (Stadskanaal).
Dat het de ChristenUnie vorige week menens was, bleek wel uit de korte lijnen die de partij had gelegd. Zowel landelijk (Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber), provinciaal (Stieneke van der Graaf) als op gemeentelijk niveau (Bert van Beek) stelde de partij vragen over het eventueel opslag van kernafval in zoutkoepels. In de provincie Groningen zijn de zoutkoepels nabij Pieterburen en Onstwedde in beeld, dus vonden de fractievoorzitters Stieneke van der Graaf en Bert van Beek het tijd om op de trom te slaan. “Je weet niet wat er gebeurt met het spul onder de grond”, aldus Van Beek. “We spreken over een situatie wat pas over honderd jaar misschien actueel wordt, maar nu moeten we er al scherp op zijn. Wat als we opslag van kernafval in de zoutkoepels bij Onstwedde toestaan? Voor hetzelfde geld vermengt zich het met het grondwater. We hebben daarom ook vragen gesteld: is er een overzicht van de effecten te meten? Welke risico’s zijn eraan verbonden?” Van Beek stelde de vragen in navolging van provinciaal fractievoorzitter Stieneke van der Graaf. “Er is veel onduidelijkheid over de opslag van kernafval”, betoogde ze. “Sinds vorig jaar is minister Kamp bezig met een plan voor eindberging van het kernafval. In de jaren ’80 van de vorige eeuw hebben grote tegengeluiden in de samenleving de discussie tot rust laten komen. Nu is het tijd voor een landelijk programma wat berging aan het begin van de volgende eeuw voorschrijft. Dat lijkt nog heel ver weg, maar de eerste besluiten worden daarover nu al genomen.”
Rapport
Van der Graaf werd eind augustus op scherp gezet door een rapport van het documentatie- en onderzoekscentrum kernenergie (LAKA), dat stelde dat de zoutkoepels in Noord-Nederland de belangrijkste kandidaten voor eindberging zijn én blijven. “De KNMI stelde al eens dat we als land te weinig kennis over het gedrag van onze bodem hebben”, aldus Van der Graaf. “We moeten voorkomen dat we iets beginnen zonder de consequenties ervan te hebben gemeten. Er is veel onduidelijkheid, dat is ook een van de vragen die we als partij hebben gesteld aan het college van Gedeputeerde Staten.” Wat Van der Graaf eveneens verbaast is het feit dat minister Kamp bijeenkomsten heeft aangekondigd in Amsterdam en Den Haag, maar niet in het gebied zelf. “Ik vraag me af: wordt het Noorden wel betrokken in het geheel? Wij willen graag dat er een groot maatschappelijk debat plaatsvindt over dit onderwerp, voordat er keuzes met verstrekkende gevolgen worden gemaakt. We verzetten ons ertegen. Juist vanwege de veiligheidsrisico’s en de ontbrekende kennis over gevolgen op de lange termijn.” Van Beek sloot zich bij zijn partijgenoot aan. “Is het wel verstandig om de berging in deze regio te doen? Wat wanneer er een aardbeving plaatsvindt, wat gebeurt er dan met het kernafval in de zoutkoepels. Vooropgesteld, ik ben geen expert en ik weet niet wat de gevolgen zijn. Maar dat we het eerst moeten uitzoeken voordat er keuzes in gemaakt zullen worden lijkt me duidelijk. We zien de antwoorden van het college met grote belangstelling tegemoet.”