HOOGEZAND – Hoogezand-Sappemeer vraagt door middel van een brief aan het nieuwe college van Gedeputeerde Staten aandacht voor de winkelkernen binnen haar gemeentegrenzen. De gemeente refereert hier aan de investeringen die zijn gepleegd in de winkelkernen van Delfzijl, Oldambt en De Marne. HS zou van het nieuwe college willen weten of andere provinciale kernen ook op een dergelijke ondersteuning kunnen rekenen.
Aanleiding voor de brief is het feit dat het platform detailhandel in 2013 ontevreden was met de investeringen van ruim 30 miljoen door de provincie Groningen in de kernen van Oldambt, Delfzijl en De Marne. Het college van Gedeputeerde Staten koos destijds bewust voor investeringen in kernen. Wethouder Erik Drenth (CDA) heeft hier geen waardeoordeel over, maar hoopt ook dat het nieuwe college van Gedeputeerde Staten dit beleid in andere centra wil doorzetten. Dit om de leegstand aan te pakken en de verpaupering tegen te gaan. “Het nieuwe college van Gedeputeerde Staten wil een Leefbaarheidsfonds voor de hele provincie”, begint Drenth. “Het lijkt dit fonds ook te willen uitbreiden. Wij als Hoogezand-Sappemeer hopen daarbij ook dat de provincie kijkt naar deze centra. Alleen, roepen dat je geld wilt is gemakkelijk, belangrijk is ook dat je de boel goed voor elkaar hebt.”
Om dat te bewerkstelligen hoopt Drenth de komende tijd aan een plan te kunnen gaan werken wat investeren in de drie winkelkernen van de gemeente Hoogezand-Sappemeer rechtvaardigt. De CDA-wethouder erkent dat de problematiek rondom leegstand en verpaupering niet zo groot is zoals in Winschoten en Delfzijl het geval was. “Onze drie winkelcentra Martenshoek, de Hooge Meeren en Sappemeer liggen er nog goed bij. Wel zie je dat in de aanloopgebieden de verpaupering toeslaat. Hier zijn de winkelcentra al vrij compact, maar om dat probleem op te lossen zou je het nog compacter kunnen maken.”
Middels een brief wil het college van Hoogezand-Sappemeer het provinciebestuur de situatie van de detailhandel schetsen.