GRONINGEN – Een wedstrijdje of zeshonderd floot hij in (de top van) het amateurvoetbal, Marcel Bellinga uit Groningen. Er zijn weinig voetbalvelden in Nederland waar hij niet ooit eens floot. Ondanks het feit dat hij geen enkele moeite had met het gevraagde niveau in de Topklasse, stopte hij in 2012. Een bewuste keuze. Promotie naar het betaalde voetbal zat er niet meer in en wat meer tijd voor zijn gezin leek hem na jaren ook wel eens prettig. Tegenwoordig is hij nog secretaris van de scheidsrechtersvereniging Groningen en Omstreken en coacht hij namens de KNVB zo nu en dan aanstormende scheidsrechterstalenten. Bovendien traint hij nog elke week met de Groninger scheidsrechters op het veld en is en blijft hij – welbespraakt, netjes, innemend- hét ideale uithangbord voor de Noordelijke scheidsrechterswereld. Bellinga is een voorbeeld. Van wie talenten nog graag iets aannemen. Met hem sprak Groot Groningen over de jungle die scheidsrechterswereld heet. Over handsballen, Spakenburg, talenten en respect.
‘Ik was heel vaak de enige amateur op het veld’
Het coachen/begeleiden van scheidsrechters is, om te beginnen, iets anders dan het werk van een rapporteur. ‘Ik praat gewoon met de scheidsrechter, hoor. Sta niet achter een boom fouten te noteren. Met mannen als Henk (H.H.) Steenhuis, Jacques d’Ancona en Khristian Bakkelo bezoek ik enkele keren per jaar wedstrijden van scheidsrechters die in een speciaal talententraject zitten. Leuk om te doen. Bovendien houd je zo binding met de voetbalsport’, zegt Bellinga. De stadjer weet dus wat er leeft op de velden. Hij kent het gedrag van spelers en supporters. Als geen ander zelfs. Wie zijn naam op Google intikt, stuit op bedreigingen. ‘Fans’ van Spakenburg zochten hem ooit op, in Groningen. Stonden plots bij hem in de tuin. ‘ Ik floot Spakenburg tegen IJsselmeervogels. Ruim zevenduizend mensen op de been. Ik keurde een doelpunt van de Blauwen af, al dan niet terecht. Dat werd me kwalijk genomen. Nog steeds weet ik niet of ik die goal al dan niet terecht afkeurde. Zelfs televisiebeelden gaven geen goed beeld van de situatie. Maar dan nog. Deze zogenaamde fans hebben me eerst twee weken telefonisch lastig gevallen en stonden later dus bij me op de stoep. Dat gaat veel te ver, ja. Een ernstige vorm van sportverdwazing.’ Het incident met de zogenaamde supporters van Spakenburg vond plaats voor de tragische dood van grensrechter Van Nieuwenhuizen. Na zijn overlijden werd er heel veel aandacht besteed aan respect. ‘Merkbaar hoor’, zegt Bellinga. ‘De ook door de KNVB genomen maatregelen hebben in elk geval mensen wakker geschud. In de omgangsvormen ten opzichte van gasten en arbitrage is veel verbeterd. De spelerspassen zijn ingevoerd en er worden tegenwoordig minder scheidsrechters gemolesteerd. Er zijn gewoon minder grote incidenten. Dat de aandacht voor respect wat wegebt, stemt me zelfs tevreden. Dat houdt namelijk in dat het relatief rustig is. Pas bij grotere incidenten zal de discussie weer oplaaien.’ Het respect van de gemiddelde amateurvoetballer richting scheidsrechter is dan misschien iets verbeterd, scheldpartijen blijven aan de orde van de dag. ‘Tegen mij mochten spelers veel zeggen, ik praatte zelf ook veel. Het lag ook aan de situatie. Is het uit emotie of komen ze van grote afstand op je af? Waar gebeurt het? Werd mij voor de tribune iets toegevoegd, dan trok ik vaak wel geel. Anders tast het je gezag aan. Misschien dat ik het elders op het veld niet gedaan zou hebben. Officieel moeten spelers zich onthouden van beledigende taal en scheldwoorden. Wat beledigende taal precies is, is voor iedereen dus anders. Ja hoor, ik heb het meegemaakt dat spelers soms gewoon niet willen. Wat je ook doet, ze blijven zeuren en commentaar leveren. En dat terwijl ik niets liever wilde dan met 22 spelers van het veld. Laatst zag ik het ook bij een wedstrijd hier in de buurt. Ik zag een scheidsrechter die prima floot, maar toch anderhalf uur commentaar van de spelers naar zijn hoofd geslingerd kreeg. Echt bizar. En na afloop zei iedereen doodleuk dat het zo’n sportieve wedstrijd was. Het is iets van de maatschappij. Ik was laatst weer eens bij FC Groningen. Een speler van FC Groningen kreeg de rode kaart en achter me ging een man vervolgens minutenlang tekeer tegen de arbiter van dienst. Naast hem zat zijn zoontje van een jaar of elf. Na verloop van tijd was ik het zat en heb ik meneer gevraagd of hij de overtreding gezien had. Dat had hij dus niet. Voetbal is nog steeds teveel een uitlaatklep. Anderhalf uur alle frustraties er uit. Zowel door spelers als supporters dus.’
Bellinga vergeet nooit het eerste jaar in de Topklasse. Kregen zijn assistenten zomaar vlaggen met een piepsignaal. ‘Dat was wat toen, het werkte perfect, een duidelijke verbetering. Veel nieuwe technische snufjes zul je in het amateurvoetbal niet zien, wat wij onze scheidsrechters wel kunnen bieden, zijn videobeelden. We volgen met de camera de verrichtingen van de scheidsrechter en hij krijgt na afloop die beelden met op- en aanmerkingen. Daar kan een arbiter z’n voordeel mee doen. Ja, ik ben voor het gebruik van technische hulpmiddelen. Voor doellijntechnologie en voor een videoscheidsrechter. Mits het aantal keren dat het spel stil gelegd mag worden, beperkt wordt. Zoals in de hockeysport inderdaad. De belangen zijn tegenwoordig zo groot, je moet gewoon met hulpmiddelen werken. Neem buitenspel. Dat is zo moeilijk te beoordelen. Scheidsrechters willen een zo eerlijk mogelijke wedstrijd, en als de techniek daarbij kan helpen dan juichte elke arbiter dat toe.’
Vanwege de enorme kosten van technische hulpmiddelen, zullen de amateurscheidsrechters het nu en in de toekomst vooral met de ogen moeten doen. En aan die ogen mankeert weinig binnen het Noordelijke korps. ‘ Toegegeven, er is nog steeds een tekort en er is sprake van vergrijzing, maar er is wel een enorme aanwas aan nieuwe, jonge scheidsrechters. Je ziet steeds vaker jonge mensen er bewust voor kiezen om scheidsrechter te worden. Ze beseffen dat ze het als voetballer misschien niet ver gaan schoppen en richten zich vervolgens op het scheidsrechtersschap. Een prima ontwikkeling. En wil je wat, dan moet je tegenwoordig vroeg beginnen. In het amateurvoetbal is de leeftijdsgrens er af, in het betaalde voetbal niet. Dat de leeftijdsgrens voor scheidsrechters in het amateurvoetbal is verdwenen, daar hebben we echt voor moeten vechten. Waarom zou iemand op 70-jarige leeftijd moeten stoppen ondanks het feit dat hij alle testen doorstaat en nog gewoon goed fluit? Scheidsrechter is een ‘ervaringsvak’. Dat heb ik zelf ook gemerkt. Hoe meer (levens)ervaring, hoe beter. Zelf voelde ik dat toen het leeftijdsverschil met de spelers wat groeide, ik steeds beter begon te fluiten. In Groningen kunnen we trots zijn op de gebroeders Mulder en Jochem Kamphuis. En op de kwalitatief zeer goede assistent-scheidsrechters in het betaalde voetbal. Verder lopen er bij de amateurs een aantal talenten rond. Sam Dröge bijvoorbeeld, doet het erg goed. Sam is echt onverstoorbaar. Fluit opvallend onopvallend. Ook iemand als Thom Winkel timmert aan de weg. Daar weer achter zit nog een grote groep talentvolle scheidsrechters. Een aantal van hen moet het ver kunnen schoppen.’
Geld is voor jonge mensen geen reden om te gaan fluiten. ‘Als je het betaalde voetbal haalt, pas dan verdien je een redelijk bedrag per wedstrijd. An de andere kant mag je dan nog maar maximaal 24 uur per week werken. Een maatschappelijke carrière opbouwen is er dan niet bij. En wat als je geblesseerd raakt en niet fluit? Nee, om geld hoef je het dus niet te doen. Je moet gek zijn op het spelletje. Dat vooral. In de amateurwereld is het ook al geen vetpot. Amateurscheidsrechters krijgen 25 cent per kilometer en per wedstrijd iets van 27 euro. Voor dat vaste bedrag- niet slecht in mijn ogen- hebben we als scheidsrechters moeten vechten. Ik kreeg pas de laatste twee jaar kleding van de KNVB. In bruikleen, haha. Dus het gros van de scheidsrechters verdient echt niets. Het kost ze geld. Ik floot wel eens een duel in de Topklasse en dan wist ik dat ik echt de enige amateur op het veld was. Gek hè, want een scheidsrechter is toch best belangrijk. Zonder arbiter wordt er niet gevoetbald.’
Bellinga was laatst bij de wedstrijd Groen Geel – The Knickerbockers. Beide ploegen speelden een wedstrijd met een aantal alternatieve regels. ‘Goed dat clubs dat doen. Gewoon om te ervaren hoe het is als je regels gaat veranderen. In die wedstrijd heb ik overigens niet heel schokkende zaken gezien. Dat een doelman de bal niet klemvast meer mag pakken, vind ik echt kolder. Wel sprak het op je zelf nemen van een intrap, hoekschop of vrije trap me aan. Het spel wordt sneller en meer onvoorspelbaar. Het afschaffen van buitenspel? Dat is een interessante. Kenners zeggen dat het spel anders wordt. Ook daar zou je mee moeten experimenteren. Het veld wordt langer. Daardoor krijgen spelers meer ruimte op het veld. Toch? Qua amusementswaarde hoeft dat zeker niet minder te zijn. In het amateurvoetbal zou het, denk ik, heel veel discussie en tumult voorkomen. Er zijn dan immers geen clubgrensrechters meer nodig. Ik ben voor nieuwe dingen. Probeer ze dus. Ervaar hoe het is en oordeel dan. En verder blijven scheidsrechters mensen. Het is een kwestie van hoe jij het op dat moment ziet en interpreteert. Gaat de hand naar de bal, of de bal naar de hand? Van hoever komt de bal tegen de hand? Kon de spelers wel reageren? Ga er maar aan staan. Scheidsrechter zijn valt lang niet altijd mee. Het is echter een prachtige hobby. Gelukkig gaan steeds meer (jonge) mensen dat inzien.’